Aansprakelijkheid van bestuurders bij niet volgestorte aandelen: de nieuwe Wet Flex-BV
Aansprakelijkheid van bestuurders bij niet volgestorte aandelen: de nieuwe Wet Flex-BV
Willemijn Timmer
Met ingang van 1 oktober 2012 is de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht (hierna: Wet Flex-BV) in werking getreden. Vóór de inwerkingtreding van de Wet Flex-BV konden bestuurders van een besloten vennootschap hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de rechtshandelingen verricht namens de vennootschap, indien de aandeelhouder niet voldaan had aan zijn of haar stortingsplicht op aandelen. Onder de nieuwe Wet Flex-BV vervalt deze verplichting voor de aandeelhouder en daarmee ook de hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurder. Maar hoe zit het in de situatie waarin de aandeelhouder vóór 1 oktober 2012 niet heeft voldaan aan zijn of haar stortingsplicht en de bestuurder van de vennootschap na 1 oktober 2012 hierop wordt aangesproken. In hoeverre kan de bestuurder van de besloten vennootschap nog aansprakelijk worden gesteld?
De Wet Flex-BV heeft directe werking, hetgeen betekent dat alle bepalingen, behoudens het overgangsrecht, direct van toepassing zijn. Het overgangsrecht bepaalt dat de Wet Flex-BV in beginsel geen invloed heeft op reeds aanhangige gerechtelijke procedures. Ten aanzien van bepalingen omtrent aansprakelijkheden bepaalt het overgangsrecht dat schade die is ontstaan vóór inwerkingtreding van de Wet Flex-BV naar het oude BV-recht moet worden beoordeeld. Dit betekent dat een bestuurder, ook na inwerkingtreding van de Wet Flex-BV, op basis van het oude BV-recht aansprakelijk kan worden gesteld voor rechtshandelingen verricht vóór 1 oktober 2012. In het tijdvak tussen het ontstaan van de stortingsplicht, veelal de oprichting van de besloten vennootschap en de inwerkingtreding van de Wet Flex-BV, kan de vennootschap immers rechtshandelingen hebben verricht waarvoor de bestuurder persoonlijk aansprakelijk is. Voor rechtshandelingen verricht na 1 oktober 2012 gelden de aansprakelijkheidsregels uit het oude BV-recht niet meer.
De hierboven beschreven procedure betekent voor bestuurders van een besloten vennootschap dat de bestuurders aansprakelijk blijven voor rechtshandelingen verricht vóór 1 oktober 2012 indien de aandeelhouders op dat tijdstip niet hebben voldaan aan hun stortingsplicht op aandelen. Ook na 1 oktober 2012 blijft het mogelijk een gerechtelijke procedure aanhangig te maken. Voor rechtshandelingen verricht na 1 oktober 2012 kunnen bestuurders niet meer op grond van het oude BV-recht aansprakelijk worden gesteld.
Voor meer informatie:
Willemijn Timmer
w.timmer@vanzeijlbijlaartsen.nl
T. 0341-420606
Van Zeijl Bijl Aartsen Advocaten. Vertrouwd.
Gerelateerd
-
13 september 2024
Herhaald gebruik BOPA
-
5 september 2024
NIET MELDEN VAKANTIE TIJDENS ZIEKTE; WEL OF GEEN REDEN VOOR ONTSLAG?
-
8 augustus 2024
Advies aan Hoge Raad: huurprijswijzigingsbeding CPI + opslag niet oneerlijk
-
6 augustus 2024
Nieuwe bewijsmiddelen en gronden