Lucienne
ter Haar
Luciënne ter Haar houdt zich bezig met het algemeen civiel(proces)recht met de nadruk op arbeidsrecht, insolventierecht, personen- en familierecht en strafrecht.
Advocaat sinds 2011
Opleiding: Nederlands recht, Vrije Universiteit te Amsterdam
Specialisatieopleiding Postacademische Leergang Arbeidsrecht (PALA)
Mijn
expertise
Insolventierecht
Op het terrein van het Insolventierecht adviseren onze advocaten bedrijven in moeilijkheden en houden zij zich bezig met faillissementen, surséance van betaling, schuldsaneringsregelingen, zekerheidsrechten (pand en hypotheek) en de incasso van vorderingen.
Arbeidsrecht
De praktijk van het Arbeidsrecht bestrijkt alle juridische aspecten van de verhouding tussen werkgever en werknemer.
Personen- en familierecht
Binnen het Personen- en Familierecht houden onze advocaten zich bezig met echtscheiding, partner- en kinderalimentatie, omgangsregelingen, huwelijksvoorwaarden, de verdeling van huwelijksgoederengemeenschap en de toepassing van verrekenbedingen in huwelijkse voorwaarden, het erfrecht, financiële planning, adoptie, naamswijziging en psychiatrisch recht.
Procespraktijk
Naast goede en snelle advisering blijft het voeren van procedures een belangrijk onderdeel van de praktijk. Allereerst omdat het voeren van procedures onlosmakelijk met de advocatuur verbonden is en van oudsher de “core business” vormt, maar vooral ook omdat proceservaring een vereiste is voor een goede advisering.
Algemeen civiel recht
Onze advocaten behandelen zaken op alle terreinen van het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht, het algemene overeenkomstenrecht (nakoming, dwaling, bedrog etc.), de koop en levering van zaken, het eigendomsrecht en andere zakelijke rechten, het burenrecht, onrechtmatig handelen en het verzekeringsrecht.
Strafrecht
Enkele advocaten binnen ons kantoor houden zich bezig met de behandeling van strafzaken. Het gaat daarbij niet alleen om mensen die worden verdacht van strafbare feiten maar ook om mensen die daarvan slachtoffer zijn geworden.
Actualiteiten
-
18 februari 2021
HEEFT DE WERKNEMER TIJDENS DE CORONACRISIS RECHT OP THUISWERKEN OF NIET?
-
23 oktober 2020
NOW 3.0; GEWIJZIGDE STEUNMAATREGELEN VOOR ONDERNEMERS
-
27 augustus 2020
HEEFT EEN ONTBINDING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST OP GROND VAN DE CUMULATIEGROND ENIGE KANS VAN SLAGEN?
-
7 juli 2020
NA VAKANTIE IN QUARANTAINE; LOONDOORBETALINGSVERPLICHTING OF NIET?
HEEFT DE WERKNEMER TIJDENS DE CORONACRISIS RECHT OP THUISWERKEN OF NIET?
Een van de eerste aankondigingen vanuit het RIVM over de maatregelen ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus was en is het dringend advies zo veel mogelijk thuis te werken. De oproep van het kabinet is: “werk thuis, tenzij het niet anders kan.” Betekent dit nu dat werknemers hierdoor het recht hebben verkregen om thuis te werken? Met andere woorden: Is de werkgever verplicht de werknemers thuis te laten werken als zij dat willen? Kort gezegd is het antwoord nee. Uiteraard is de beantwoording van deze vraag afhankelijk van allerlei omstandigheden. Op grond van artikel 29 Arbowet mag een werknemer het werk onderbreken als sprake is van een ernstig gevaar. Artikel 28 lid 7 Arbowet bepaalt sinds 1 december 2020 dat hiervan ook sprake is als maatregelen ter voorkoming