Alleenstaande ouderkorting en Basisadministratie Persoonsgegevens

1 november 2017

Geen inschrijving van de kinderen in de basisadministratie, dan ook geen alleenstaande ouderkorting. De feitelijke woonplaats in niet beslissend.

Uitspraak Hof en Hoge Raad
Op 23 augustus 2016 heeft een procedure plaatsgevonden bij het Hof Arnhem-Leeuwarden inzake toekenning van de alleenstaande ouderkorting. De dochter van de belanghebbende stond in de Basisadministratie Persoonsgegevens ingeschreven bij de ex-echtgenote. Feitelijk verbleef de dochter van partijen sinds 2012 echter bij de belanghebbende. De ex-echtgenote heeft dit schriftelijk bevestigd. De belanghebbende en zijn ex-echtgenote hebben echter verzuimd om de adreswijziging door te geven bij de gemeente. Vervolgens heeft de belanghebbende in zijn aangifte 2012 aanspraak gemaakt op een alleenstaande ouderkorting. De belastingdienst kent deze niet toe.

Hoewel vaststaat dat de feitelijke verblijfplaats van een minderjarige vanaf 2012 inderdaad bij de belanghebbende was, heeft de Belastingdienst terecht de alleenstaande ouderkorting niet toegekend. Gelet op de uitspraak van de Hoge Raad van 3 oktober 2008 bestaat er geen ruimte voor toekenning van de alleenstaande ouderkorting door aansluiting bij de feitelijke woonplaats. Uit zowel de wettekst als de bijbehorende parlementaire geschiedenis kan worden afgeleid dat de periode van inschrijving in de Basisadministratie Persoonsgegevens bepalend is voor het antwoord op de vraag of er recht bestaat op de genoemde korting.

Het is dus van belang om bij een wijziging van de feitelijke verblijfplaats van minderjarigen ook daadwerkelijk een wijziging door te voeren in de basisadministratie van de gemeente.

Voor meer informatie:
Charlotte Gazendam
gazendam@vzba.nl
T: 0341- 420 606