De Hoge Raad beslist: de verkrijgende werkgever dient achterstallige pensioenpremies te betalen

27 februari 2017

Bij een overgang van onderneming gaan de verplichtingen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer van rechtswege over op de verkrijgende werkgever. Geldt dit ook voor de betaling van achterstallige pensioenpremies aan het bedrijfstakpensioenfonds van vóór de overgang van onderneming en bestaat er een zelfstandig vorderingsrecht van het bedrijfstakpensioenfonds jegens de verkrijgende werkgever.

HOGE RAAD 14 OKTOBER 2016
In de zaak die onlangs ter beoordeling voor lag bij de Hoge Raad ging het om een situatie waarbij de overgenomen werknemers voor en na de overgang van onderneming deelnamen in een verplicht bedrijfstakpensioenfonds. Centraal stonden de vragen of op grond van artikel 7:663 BW (Burgerlijk Wetboek) ook de verplichting tot betaling van achterstallige pensioenpremies aan het pensioenfonds en de premies uit hoofde van een vóór overgang van onderneming geldende pensioenovereenkomst aan het pensioenfonds overgaat op de verkrijger en of het (bedrijfstak)pensioenfonds een zelfstandig vorderingsrecht heeft jegens de verkrijgende werkgever. De Hoge Raad heeft deze vragen bevestigend beantwoord.

OVERGANG VAN ONDERNEMING
Bij een overgang van onderneming gaan op grond van artikel 7:663 BW alle rechten en verplichtingen uit bestaande arbeidsovereenkomsten van rechtswege over op de verkrijger van de onderneming.

Sinds 2002 geldt dit ook voor de rechten en verplichtingen van de arbeidsovereen-komst in verband met het pensioen. Dit is slechts anders als de verkrijgende werkgever (i) aan de overgenomen werknemers een pensioenovereenkomst aanbiedt gelijk aan de pensioenovereenkomst die zij aan haar eigen werknemers heeft aangeboden, (ii) deelneemt in een verplicht bedrijfstakpensioenfonds en deze ook van toepassing wordt op de overgenomen werknemers of (iii) met de overgenomen werknemers bij cao afwijkende afspraken maakt.

Bij deze uitzonderingen neemt de verkrijgende werkgever de verplichtingen jegens de pensioenfondsen dus niet over.

BETALINGSVERPLICHTING ACHTERSTALLIGE PENSIOENPREMIES
Als de werknemer verplicht deelneemt in hetzelfde bedrijfstak- pensioenfonds voor én na de overgang van onderneming dan merkt de Hoge Raad dit aan als een verplichting die voortvloeit uit de arbeidsovereenkomst van de werknemer, die op grond van artikel 7:663 BW overgaat op de verkrijgende werkgever. Dat geldt dan vervolgens ook voor eventuele achterstallige premiebetalingen jegens het pensioenfonds. Of de verkrijgende werkgever de achterstallige premiebetalingen overneemt is dus erg afhankelijk van de situatie.

ZELFSTANDIG VORDERINGSRECHT (BEDRIJFSTAK)PENSIOENFONDS
Bij een pensioenovereenkomst is sprake van een driehoeksverhouding tussen de werknemer, de werkgever en de pensioenuitvoerder. De werkgever is op grond van een pensioenovereenkomst met de werknemer verplicht om premie aan de pensioenuitvoerder te betalen. De pensioenuitvoerder heeft daarnaast een eigen recht jegens de werkgever op betaling van de premie. De Hoge Raad acht het uit het oogpunt van een effectieve rechtsbescherming van werknemers redelijk dat het bedrijfstakpensioenfonds ook een zelfstandig vorderingsrecht verkrijgt op de verkrijgende werkgever indien de werknemer voor en na de overgang van onderneming verplicht deelneemt aan hetzelfde bedrijfstakpensioenfonds.

Let dus op als u voornemens bent een bedrijf over te nemen. Afhankelijk van de situatie kunt u gehouden zijn om achterstallige pensioenpremies te moeten betalen. Laat u voorafgaand aan een overname dan ook goed informeren en adviseren over deze eventuele betalingsverplichtingen en de mogelijke oplossingen.

VOOR MEER INFORMATIE:
Luciënne Koelewijn
koelewijn@vanzeijlbijlaartsen.nl
T:  0341- 420606
VAN ZEIJL BIJL AARTSEN ADVOCATEN. VERTROUWD