De Nieuwe Wet Incassokosten

27 januari 2013

DE NIEUWE WET INCASSOKOSTEN

Luciënne Koelewijn

Per 1 juli 2012 is de Wet Incassokosten in werking getreden die verstrekkende gevolgen heeft voor de incassopraktijk, in het bijzonder voor schuldeisers wier wederpartij een particuliere consument is. In deze bijdrage treft u de hoofdlijnen van deze nieuwe wet aan.

Wettelijke basis

De wettelijke basis van de buitengerechtelijke incassokosten ligt in boek 6 artikel 96 lid 2 onder c van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Deze bepaling houdt in dat als vermogensschade mede voor vergoeding in aanmerking komen redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte. Volgens de rechtspraak geldt hierbij een dubbele redelijkheidstoets: niet alleen moet het maken van de incassokosten redelijk zijn, maar ook moet de omvang van deze kosten redelijk zijn. Vaak wordt – al dan niet in algemene voorwaarden – overeengekomen dat de buitengerechtelijke kosten een vast bedrag of een bepaald percentage van de verschuldigde som bedragen. De wet kent de rechter een matigingsbevoegdheid toe en in een incassogeschil zal de rechter deze kosten in beginsel matigen tot de norm van “het rapport Voor-Werk II”, dat aanbevelingen inhoudt over de toekenning van buitengerechtelijke incassokosten.

Wijziging

De wetgever was van mening dat de norm van artikel 6:96 BW in de buitengerechtelijke fase niet steeds voldoende houvast bood om vast te stellen welk bedrag als vergoeding voor de incassokosten verschuldigd is. Een schuldenaar die met incassokosten wordt geconfronteerd, verkeert vaak in onzekerheid of de in rekening gebrachte kosten redelijk zijn, in het bijzonder in geval van vorderingen met betrekking tot relatief kleine bedragen. Gelet op het geringe bedrag zal het niet vaak op een rechtszaak aankomen en dan blijft de onzekerheid over de hoogte van deze kosten bestaan. De wetgever wenste niet alleen de schuldenaar, maar ook de schuldeiser meer duidelijk te bieden over deze kosten, en wel door nadere regels te stellen.

Voorwaarde voor doorberekening

De bepalingen van de nieuwe Wet Incassokosten zijn dwingend voor zoveel de schuldenaar een particuliere consument is. Dan kan de schuldeiser pas incassokosten in rekening brengen, indien de schuldenaar in verzuim is. Dat wil zeggen dat de schuldeiser hem eerst moet aanmanen en hem een (extra) termijn van minimaal veertien dagen moet geven om (alsnog) te betalen. De schuldeiser moet daarbij de hoogte van de te vorderen incassokosten vermelden. Pas bij de tweede aanmaning mogen deze kosten bij de schuldenaar in rekening worden gebracht. De wet kent een maximum van de door te berekenen incassokosten.

Beperking hoogte

De nieuwe wet geeft een regeling voor vorderingen uit overeenkomst tot betaling van een geldsom met een hoofdsom van maximaal € 25.000,–. De grens is gekozen omdat de wetgever met name consumenten en kleine bedrijven wil beschermen. De vergoeding van incassokosten wordt berekend als percentage van het verschuldigde bedrag, waarbij het percentage trapsgewijs lager wordt naar mate de vordering hoger wordt. Er geldt een minimum bedrag van € 40,–. De regeling is van dwingend rechtelijke aard, hetgeen wil zeggen dat partijen voor het vaststellen van de incassokosten van vorderingen tot € 25.000,– aan de in de wet opgenomen rekeningwijze gebonden zijn.

Uitwerking

Hoewel de wet met name de consument wil beschermen tegen onredelijk hoge incassokosten, kan door de nieuwe regeling het niet-betalen van een relatief klein bedrag hem juist duur komen te staan. De schuldeiser kan bijvoorbeeld bij een kleine vordering van € 100,– het minimum incassobedrag van € 40,– in rekening brengen. De schuldeiser/ondernemer moet er op zijn beurt op letten dat hij zijn eerste aanmaning op juiste wijze doet op straffe van verval van zijn recht op incassokosten. De nieuwe wet heeft mogelijk gevolgen voor de door de ondernemer gehanteerde algemene voorwaarden, die in overeenstemming dienen te zijn met de nieuwe wetgeving. Mochten er vragen zijn of mocht u advies nodig hebben dan staan wij gaarne voor uw klaar.

Voor meer informatie:

Luciënne Koelewijn

koelewijn@vanzeijlbijlaartsen.nl

T: 0341- 420606