Discriminatie bij schadevergoeding na letsel
Een 10-jarig meisje wordt aangereden door een motorrijder. Als gevolg hiervan heeft zij onder meer blijvend hersenletsel opgelopen en is zij gedeeltelijk verlamd geraakt. Zij is hierdoor niet meer in staat om in de toekomst te werken en inkomen te verwerven. Bij het vaststellen van de hoogte van de schadevergoeding vanwege dit verlies van haar verdienvermogen ontstaat er een discussie met de verzekeraar van de motorrijder.
Om de omvang van de schade te berekenen dient een vergelijking plaats te vinden tussen de situatie waarin het meisje na het ongeval verkeert en de situatie waarin zij zou verkeren indien het ongeval haar niet zou zijn overkomen. Na het ongeval ontvangt het slachtoffer vanaf haar 18-jarige leeftijd een WAJONG uitkering. Hoe de toekomst er zonder het ongeval zou hebben uitgezien is uiteraard niet met zekerheid te zeggen. Zeker bij jonge slachtoffers kan dit tot de nodige discussie leiden. Wanneer zou zij zijn gaan werken, in welk beroep, met welk carrièreverloop? Anders dan bij een slachtoffer dat al aan haar carrière is begonnen of al een
opleiding heeft afgerond, zijn er weinig aanknopingspunten.
Indien het slachtoffer een vrouw is, voert de verzekeraar vaak het argument aan dat zij op enig moment kinderen zou hebben gekregen en om die reden zou zijn gestopt met werken, dan wel minder zou zijn gaan werken. Hierdoor neemt de schade van het slachtoffer wegens verlies van haar verdienvermogen af. In onderhavig geval leverde dit een vermindering van de schade op van in ieder geval circa € 160.000,-. De vraag is of een verzekeraar door dit standpunt in te nemen zich niet schuldig maakt aan discriminatie. Immers, indien het slachtoffer een man is wordt het argument doorgaans niet aangevoerd.
Het College voor de Rechten van de Mens heeft in haar uitspraak van 19 augustus 2014 geoordeeld dat de verzekeraar een direct onderscheid op grond van geslacht heeft gemaakt bij de vaststelling van de hoogte van de schadevergoeding. Van direct onderscheid is sprake als een persoon op een andere wijze wordt behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie op grond van geslacht. Dit directe onderscheid is alleen dan niet verboden als er een wettelijke uitzondering op het verbod van toepassing is.
Het College kan geen juridisch bindende uitspraak doen. Het oordeel heeft slechts het karakter van een dringend advies aan de verzekeringsbranche. De uitspraak zal het slachtoffer, als ook alle andere partijen verwikkeld in eenzelfde discussie, wel helpen bij het voeren van onderhandelingen met de verzekeraar. Indien deze onderhandelingen tot niets leiden dient in een procedure de rechter het oordeel van het College mee te laten wegen in het vonnis.
Mocht u letselschade hebben opgelopen, of wordt u verantwoordelijk gehouden voor de schade van een ander neemt u dan vrijblijvend contact met ons op.
Voor meer informatie:
Shanna van der Linden
vanderlinden@vanzeijlbijlaartsen.nl
T: 0341- 420606
Van Zeijl Bijl Aartsen Advocaten. Vertrouwd.
Gerelateerd
-
28 juni 2023
RECHT OP SCHADEVERGOEDING ONDER AVG
-
7 februari 2022
VERERFD SMARTENGELD BETREKKEN BIJ VASTSTELLEN OMVANG OVERLIJDENSSCHADE?
-
21 oktober 2021
VERZEKERINGSPLICHT VOOR INGEHUURDE ZZP’er
-
1 juli 2021
Wat zijn de mogelijkheden om een werkgever aansprakelijk te stellen voor de schade die een werknemer tijdens een bedrijfsuitje heeft opgelopen.