Fiscaliteiten rondom de eigen woning bij scheiding

2 januari 2013

FISCALITEITEN RONDOM DE EIGEN WONING BIJ SCHEIDING

Charlotte Gazendam

Per 1 januari 2011 zijn de regels voor het fiscale partnerschap gewijzigd. In dit artikel zal de fiscale behandeling van de betaling van rente in verband de eigen woning centraal staan. Er zal worden uitgegaan van een gezamenlijk eigendom, waaruit één van de partners vertrekt. Wat zijn de gevolgen van het vertrek voor het fiscaal partnerschap en de toepassing van de eigenwoning regeling?

Wanneer is er sprake van fiscaal partnerschap?

Inschrijving op hetzelfde adres in combinatie met gezamenlijk eigendom van een woning die als hoofdverblijf in gebruik is, leidt tot fiscaal partnerschap. In geval van fiscaal partnerschap zijn de gemeenschappelijk inkomensbestanddelen onderling vrij toerekenbaar. Vrije toerekening van de aftrek komt neer op toerekening van een belastingvoordeel. Als partners bij hun aangifte geen keuze maken bij de toerekening van hun gemeenschappelijke inkomen, dan worden deze geacht bij ieder voor de helft op te komen. Het verbreken van het fiscaal partnerschap en de keuze voor de behandeling als fiscaal partner zijn belangrijk voor de toepassing van de eigenwoningregeling. Maar wanneer eindigt het fiscaal partnerschap?

Einde fiscaal partnerschap sinds 2011

Voor samenlevers is het fiscaal partnerschap verbonden met de inschrijving op hetzelfde adres. Bij vertrek uit de woning en uitschrijving eindigt het fiscaal partnerschap. Bij gehuwden ligt dit anders. Vanaf het moment van uitschrijving in combinatie met de indiening van het echtscheidingsverzoek eindigt het fiscaal partnerschap. Het fiscaal partnerschap kan in die gevallen langer doorlopen dan bij samenlevers. In sommige gevallen kan het daarom voordelig zijn om het eindigen van het fiscaal partnerschap uit te stellen. Denk daarbij aan de situatie dat de ene partner in de hoogste belastingschaal valt en de andere partner in de laagste. Maar eindigt daarmee direct het recht voor de vertrekker op aftrek van de rente? Nee, dat doet het niet.

Overgangsbepaling

Strikt genomen is vanaf het moment van vertrek uit de woning door één van de partners, de woning geen hoofdverblijf meer en zou het aandeel in de woning voor de vertrokken partner van box 1 naar box 3 gaan. Hierdoor vervalt het recht op renteaftrek. Voor deze gevallen geldt echter een overgangsbepaling, waardoor toch gedurende twee jaren recht op aftrek blijft bestaan. Als de woning leeg staat voor verkoop, dan wordt de woning nog gedurende het kalenderjaar van vertrek en drie jaar daarop volgend als eigen woning beschouwd.

Persoongebonden aftrek

Een situatie die zich veel voordoet, is dat één van de gewezen partners niet alleen het eigen aandeel in de hypothecaire rente voldoet, maar ook het aandeel van de rente van de ex-partner. De rente voor de betaler is alleen aftrekbaar indien deze betalingsverplichting rechtstreeks voorvloeit uit het familierecht. De betaling van de (gehele) rente kan dan worden beschouwd als een bijdrage in het levensonderhoud (partneralimentatie), die een persoongebonden aftrekpost oplevert. Het is in die gevallen belangrijk om de grondslag van de betaling van de rente voor de ander, met het oog op de aftrek, goed vast te leggen. Dit niet alleen voor de betaler van de rente, maar ook voor de aanspraken ten opzichte van de fiscus. Gedegen bijstand bij het opstellen van dergelijke afspraken – in bijvoorbeeld een echtscheidingsconvenant – verdient sterk de voorkeur.

Voor meer informatie:

Charlotte Gazendam

gazendam@vanzeijlbijlaartsen.nl

T: 0341- 420606