Geen opbouw vakantiedagen na 2 jaar ziekte
In de uitspraak van de kantonrechter Roermond van 11 april 2017 stond de vraag centraal of een werknemer na twee jaar loondoorbetaling tijdens ziekte nog steeds vakantiedagen opbouwt. De werknemer stelde zich op het standpunt dat er sprake is van opbouw van vakantiedagen zolang sprake is van een arbeidsovereenkomst. De werkgever stelde daarentegen dat er enkel aanspraak bestaat op opbouw van vakantiedagen gedurende de volledig overeengekomen arbeidsduur waarin werknemer recht op loon heeft. De kantonrechter heeft de werkgever in deze uitspraak in het gelijk gesteld.
De vraag is hoe die uitspraak zich verhoudt met het op 20 januari 2009 gewezen arrest van het Europese Hof van Justitie (Schultz-Hoff e.a.). In de kwestie die aan dat arrest ten grondslag lag was een in Duitsland werkzame werknemer langdurig uitgevallen vanwege ziekte, voordat zijn dienstverband werd beëindigd. Volgens het Duitse recht was het recht op vakantiedagen komen te vervallen, omdat de werknemer deze dagen niet binnen een bepaalde termijn had opgenomen. De Duitse rechter verzocht het Europese Hof van Justitie om uitleg van de Europese richtlijn 2003/88 die voorschrijft dat een Europese werknemer recht heeft op minimaal vier weken vakantie per jaar gedurende welke periode het loon wordt doorbetaald. In het arrest heeft het Europese Hof van Justitie de richtlijn uitgelegd, aldus dat iedere werknemer binnen de Europese Unie minimaal recht heeft op vier weken vakantie per jaar, welk recht niet kan worden uitgesloten of beperkt. Die uitleg brengt volgens het Europese Hof met zich mee dat een werknemer die langdurig arbeidsongeschikt is geweest in de gelegenheid moet worden gesteld om, zodra deze hersteld is, deze minimale periode aan vakantiedagen op te nemen. Indien dit niet meer mogelijk is, bijvoorbeeld in het geval dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd, moet de werkgever een vergoeding betalen vanwege de niet genoten vakantiedagen. Of de uitspraak van de kantonrechter zich verhoudt met dit arrest van het Europese Hof van Justitie zal eventueel in hoger beroep moeten worden uitgemaakt.
Voor meer informatie:
Frans Aartsen
aartsen@vanzeijlbijlaartsen.nl
T:0341-420606
Gerelateerd
-
5 september 2024
NIET MELDEN VAKANTIE TIJDENS ZIEKTE; WEL OF GEEN REDEN VOOR ONTSLAG?
-
19 juni 2024
IN DE TOEKOMST BETALEN VOOR EEN CONCURRENTIEBEDING?
-
3 mei 2024
Niet verlengen van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van een werknemer met uitgezaaide borstkanker; is dit verboden onderscheid?
-
21 maart 2024
De Hoge Raad oordeelt dat een bereikbaarheidsdienst met reactietijd als ‘arbeidstijd’ moet worden aangemerkt