GEEN RECHT OP TRANSITIEVERGOEDING NA ONTBINDING ‘SLAPENDE ARBEIDSOVEREENKOMST’ OP VERZOEK VAN WERKNEMER, NÁ XELLA VOORSTEL VAN DE WERKGEVER

15 april 2021

De werknemer wil wel een beëindiging van zijn dienstverband maar niet instemmen met de beëindiging met wederzijds goedvinden omdat hij het niet eens is met de aangeboden vergoeding. De arbeidsovereenkomst blijft dan dus in stand. Als de werknemer toch tot een beëindiging van zijn dienstverband wil komen dient hij een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter in te dienen. Als de arbeidsovereenkomst via deze route wordt beëindigd, is dat een beëindiging op initiatief van de werknemer. De werknemer heeft dan geen recht op een transitievergoeding. Dit is slechts anders indien de arbeidsovereenkomst is beëindigd op verzoek van de werknemer als gevolg van ernstig en verwijtbaar handelen van de werkgever.  

Op 25 maart 2021 heeft het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch zich gebogen over de vraag of het slapend houden van de arbeidsovereenkomst onder de omstandigheden zoals hiervoor beschreven als ernstig verwijtbaar gedrag van de werkgever moeten worden aangemerkt. Als dit gedrag als verwijtbaar wordt aangemerkt kan de werknemer alsnog aanspraak maken op de transitievergoeding.

In de zaak die speelde bij het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch werd het slapend houden van de arbeidsovereenkomst niet als ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever aangemerkt, omdat de werkgever wel de ‘Xella- route’ heeft gevolgd. Het feit dat de werknemer het voorstel heeft afgeslagen komt voor rekening en risico van de werknemer. De arbeidsovereenkomst van deze werknemer is dus beëindigd zonder dat de werkgever een transitievergoeding verschuldigd is.

Voor meer informatie:
Luciënne ter Haar
terhaar@vzba.nl
T: 0341-420 606