GORDELKORTING, WAT IS DAT?
Het dragen van een autogordel is uiteraard om meerdere redenen zeer verstandig. Immers het dragen van een gordel vermindert de kans op ernstig letsel bij een aanrijding aanzienlijk in de meeste gevallen. Juist om die reden is dan ook sprake van een wettelijke verplichting (zie artikel 59 Reglement verkeersregels en verkeerstekens).
Echter, wat niet iedereen zich realiseert, is dat het niet dragen van een gordel naast de kans op een boete een veel groter financieel gevolg met zich mee kan brengen. Dit door het beroep van verzekeraars op de zogeheten “gordelkorting”. Een voor letselschadeadvocaten bekend begrip, maar wat is dit?
Ook onlangs kwam bij de rechtbank Rotterdam in een deelgeschil een dergelijk beroep op gordelkorting weer aan de orde.
Zie uitspraak rechtbank Rotterdam 22 maart 2019 ECLI:NL:RBROT:2019:2274
Op kerstavond overkwam een inzittende van een personenauto een verkeersongeval. Vast komt te staan dat zij ten tijde van het ongeval geen gordel droeg. De wettelijke aansprakelijkheidsverzekeraar erkent aansprakelijkheid maar stelt zich daarbij op het standpunt dat de ‘gebruikelijke gordelkorting’ moet worden toegepast.
Over het algemeen kan ervan worden uitgegaan dat het dragen van een gordel een schade beperkende maatregel is en dat het niet dragen daarvan een risicofactor oplevert en deels als eigen schuld aan een slachtoffer van een aanrijding moet worden toegerekend.
De wettelijke grondslag hiervan is terug te vinden in artikel 6:101 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Indien sprake is van eigen schuld is uitgangspunt dat de schade over het slachtoffer en de aansprakelijke partij wordt verdeeld in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen.
In de aangehaalde uitspraak volgt de rechtbank Rotterdam het beroep op eigen schuld en zoekt aansluiting bij een gebruikelijke vermindering van de schade-uitkering met 25%, de gordelkorting.
Aansluitend wordt hierop door de rechtbank een billijkheidscorrectie toegepast. In die zin dat het slachtoffer uiteindelijk 15% van haar schade niet vergoed krijgt in plaats van de eerdergenoemde 25%. Hierbij wordt gewicht toegekend aan het feit dat de bestuurder van de auto zeer gevaarlijk rijgedrag bleef vertonen nadat hij hierop was aangesproken. Ook wordt meegewogen de jeugdige leeftijd van het slachtoffer en de groepsdruk die zij ervaarde om in de auto te stappen. Ook de ernst van het door haar opgelopen letsel wordt daarbij meegewogen.
Een geslaagd beroep op gordelkorting kan een aanzienlijk financieel gevolg met zich meebrengen, zeker in zaken waarin ernstig letsel aan de orde is. Is er bijvoorbeeld sprake van een schade van € 100.000,–, dan wordt slechts € 75.000,– vergoed. Een hoge boete!
Bent u slachtoffer van een ongeval en wordt u geconfronteerd met een beroep op gordelkorting door de verzekeraar, stemt u hier dan niet zomaar mee in. De verzekeraar dient te stellen en heeft te onderbouwen dat het niet dragen van een gordel aan het ontstaan en de omvang van het letsel heeft bijgedragen. Er zijn allerhande gevallen denkbaar waarbij dit niet zo hoeft te zijn. Daarnaast zijn de feiten en omstandigheden van belang bij toepassing van de billijkheidscorrectie die daarna nog dient plaats te vinden.
Voor meer informatie
Shanna van der Linden
vanderlinden@vanzeijlbijlaartsen.nl
T: 0341-420606
Gerelateerd
-
28 juni 2023
RECHT OP SCHADEVERGOEDING ONDER AVG
-
7 februari 2022
VERERFD SMARTENGELD BETREKKEN BIJ VASTSTELLEN OMVANG OVERLIJDENSSCHADE?
-
21 oktober 2021
VERZEKERINGSPLICHT VOOR INGEHUURDE ZZP’er
-
1 juli 2021
Wat zijn de mogelijkheden om een werkgever aansprakelijk te stellen voor de schade die een werknemer tijdens een bedrijfsuitje heeft opgelopen.