Huwelijksvermogen in faillissement
Een tijd geleden is er een wetsvoorstel gedaan om de wettelijke gemeenschap van goederen te beperken. Dit voorstel is recentelijk weer aangepast. Het bestaande stelsel van de wettelijke gemeenschap van goederen wordt daarmee ingrijpend gewijzigd. Zo zal er bij aanname van de wet nauwelijks meer sprake zijn van een gemeenschap van goederen. Dit heeft weer gevolgen in de situatie dat een bedrijf van één van de echtgenoten in staat van faillissement wordt verklaard. In het onderstaande artikel zal ik ingaan op de situatie zoals die nu is en zoals die zal zijn in het geval artikel 1:96 lid 3 BW wordt aangepast.
Faillissement en de situatie nu bij een gemeenschap van goederen
Thans is een schuld van een echtgenoot verhaalbaar op het privévermogen van een echtgenoot en de goederen die behoren tot de gemeenschap van goederen. Dit is anders indien het een privé-schuld is en de andere echtgenoot privé-goederen aanwijst die voldoende verhaal bieden. Het faillissement van de in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoot wordt als het faillissement van de gemeenschap behandeld. Op grond van de faillissementswet heeft de curator ook verhaal op het privévermogen van de andere niet gefaïlleerde echtgenoot, tenzij die bewijst dat het goed voor meer dan de helft door hem/haar is gefinancierd door middel van eigen vermogen. In dat geval heeft die echtgenoot een zogenaamd ‘terugnemingsrecht’. In de praktijk slaagt het beroep op het terugnemingsrecht nauwelijks, omdat echtgenoten doorgaans, vooral indien er sprake is van een langer huwelijk, de administratie niet voldoende op orde hebben.
Faillissement en de situatie na de voorgestelde wetswijziging
Op grond van de voorgestelde wetswijziging is het verhaal op de goederen van de gemeenschap voor een niet tot de gemeenschap behorende schuld van een echtgenoot beperkt tot de helft van de opbrengst van het uitgewonnen goed. De andere helft komt de andere echtgenoot toe en valt voortaan buiten de gemeenschap. De andere echtgenoot is bevoegd, het goed waarop de schuldeiser verhaal zoekt, over te nemen tegen betaling van de helft van de waarde van dat goed uit zijn eigen vermogen, indien een schuldeiser verhaal op een goed van de gemeenschap zoekt terzake van een niet tot de gemeenschap behorende schuld. Vanaf het tijdstip van de overneming is dit een eigen goed van deze echtgenoot, dat niet in de gemeenschap valt. Verhaal op privévermogen van de andere in gemeenschap van goederen gehuwde niet gefailleerde echtgenoot zal dan in de toekomst niet meer mogelijk zijn, omdat in het voorstel artikel 61 lid 4 Faillissementswet komt te vervallen.
Conclusie
In het bovenstaande artikel is alleen uitgegaan van de situatie van een gemeenschap van goederen, omdat het behandelen van een huwelijk onder het maken van huwelijkse voorwaarden te uitgebreid wordt. Duidelijk wordt dat indien een van de echtgenoten een eigen bedrijf heeft, het van groot belang is om de administratie tijdens het huwelijk goed bij te houden. Op die manier kan in geval van een faillissement duidelijk worden aangetoond wat privévermogen is en wat derhalve wel en niet voor uitwinning vatbaar is. De advocaten van Van Zeijl Bijl Aartsen Advocaten kunnen hierin van advies voorzien.
Voor meer informatie:
Charlotte Gazendam
gazendam@vanzeijlbijlaartsen.nl
T: 0341- 420606
Van Zeijl Bijl Aartsen Advocaten. Vertrouwd.
Gerelateerd
-
20 november 2024
Indexatie alimentatie
-
30 oktober 2024
HET KINDGESPREK MET DE RECHTER
-
24 mei 2024
ONTWIKKELINGEN ADOPTIE UIT HET BUITENLAND
-
12 april 2024
HET OUDERLIJK GEZAG, WAT IS DAT EIGENLIJK?