KAN ALLEEN EEN PSYCHIATER EEN GENEESKUNDIGE VERKLARING OPSTELLEN VOOR EEN OPNAME IN EEN PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS?

14 februari 2019

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in 2000 in het zogenaamde Varbanov-arrest bepaald dat een vrijheidsbeneming zonder dat het oordeel van een ‘medical expert’ is gezocht, niet in overeenstemming is met artikel 5 van het EVRM. In de praktijk rees vervolgens de vraag wie als ‘medical expert’ kan worden beschouwd. De Hoge Raad heeft in 2008 geoordeeld dat alleen een (afgestudeerde) psychiater als zo’n ‘medical expert’ kon worden beschouwd.

Enkele jaren later rees de vraag of ook een Arts voor Verstandelijk Gehandicapten (AVG) of de Specialist Ouderengeneeskunde (SOG) kan worden beschouwd als een ‘medical expert’. De Hoge Raad was daar in 2012 nog heel duidelijk in: een AVG was (toen) geen ‘medical expert’. Dit leidde de Hoge Raad af uit de wetssystematiek. Na kritiek uit het veld trad op 15 februari 2014 een wijziging van de Wet BOPZ in werking waarbij aan artikel 1 lid 6 werd toegevoegd, waarin werd geregeld dat met een psychiater voortaan een AVG en een SOG werd gelijkgesteld ‘voor zover het de opname en het verblijf betreft van een verstandelijk gehandicapte c.q. een patiënt met een psychogeriatrische aandoening’.

Maar ook deze regeling leidde vrij snel tot de vraag waar een AVG/SOG nu wel en niet bevoegd is. De Hoge Raad oordeelde op 1 september 2017 dat een AVG en een SOG alleen bevoegd zijn ‘op hun eigen deskundigheidsterrein’. Dus stelt een AVG bij iemand met een verstandelijke handicap schizofrenie vast, dan zal bij het onderzoek een psychiater dienen te worden betrokken om de geneeskundige verklaring te kunnen gebruiken in een BOPZ-procedure.

In een uitspraak van de Hoge Raad van 4 mei 2018 speelde de omgekeerde vraag; of een psychiater een verstandelijke beperking of psychogeriatrische aandoening mag vaststellen. Die vraag beantwoordde de Hoge Raad bevestigend. Uit artikel 16 lid 2 Wet BOPZ, gelezen in verbinding met artikel 5 lid 1 Wet BOPZ, volgt dat het geneeskundig onderzoek door een psychiater mag worden verricht in alle gevallen waarin sprake is van een stoornis van de geestvermogens, ook als die stoornis het gevolg is van een verstandelijke handicap of van een psychogeriatrische aandoening.

In een zeer recente uitspraak van 1 februari 2019 heeft de Hoge Raad de bevoegdheid van de AVG genuanceerd, door te overwegen dat een AVG geen psychiater behoeft in te schakelen indien het gevaar ter voorkoming waarvan wordt verzocht om verlening van een machtiging tot gedwongen opname, uitsluitend wordt veroorzaakt door de verstandelijke handicap. Dus een AVG die constateert dat de stoornis van de geestvermogens bij de te onderzoeken patiënt niet uitsluitend is gelegen in een verstandelijke handicap maar ook in psychiatrische problematiek, hoeft niet altijd een psychiater in te schakelen voor het opstellen van een medische verklaring.

Voor meer informatie:
Tamara Putters
putters@vanzeijlbijlaartsen.nl
T: 0341- 420606