KUN JE BIJ HET AANGAAN VAN EEN ARBEIDSOVEREENKOMST AL EEN GELDIGE AANZEGGING DOEN DAT HET DIENSTVERBAND VAN RECHTSWEGE EINDIGT OP EINDE CONTRACTDATUM?
Op grond van artikel 7:668 lid 1 BW dient de werkgever de werknemer uiterlijk één maand voordat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt schriftelijk te informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Dit is de zogenoemde aanzegverplichting. Indien de werkgever deze aanzegverplichting niet is nagekomen, is hij aan de werknemer een vergoeding verschuldigd die kan oplopen tot een volledig maandsalaris. Om een te late aanzegging te voorkomen wordt door veel werkgevers de aanzegging reeds bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst gedaan. Geldt deze aanzegging nu wel of niet?
De aanzegverplichting is een op de werkgever rustende informatieplicht. Uit de totstandkomingsgeschiedenis van de wet volgt dat deze verplichting ertoe dient zeker te stellen dat de werknemer tijdig op de hoogte is van de bedoeling van de werkgever met betrekking tot de arbeidsrelatie, zodat de werknemer tijd heeft om – als dat nodig is – op zoek te gaan naar een andere baan.
Die zekerheid kan ook al bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst worden verschaft door in de arbeidsovereenkomst reeds aan te zeggen dat het dienstverband van rechtswege eindigt op de einddatum in het contract. Deze mogelijkheid is door de wetgever geaccepteerd en wordt inmiddels veelvuldig in de praktijk toegepast. Formeel wordt hiermee dus voldaan aan de wettelijke aanzegverplichting.
Door feiten en omstandigheden kan het echter zo zijn dat toch een aanzegvergoeding moet worden voldaan. Bijvoorbeeld indien werkgever en werknemer ondanks de aanzegging in de arbeidsovereenkomst binnen een maand voor einddatum uitvoerig overleggen over een voortzetting van het dienstverband, mogelijk voor andere uren of aangepaste of meer uitgebreide werkzaamheden, zonder dat de consequentie van de beëindiging van het dienstverband van rechtswege per einddatum alsnog expliciet is besproken. In dat geval kan bij de werknemer het gerechtvaardigd vertrouwen ontstaan dat het dienstverband toch wordt voortgezet. De enkele ‘bevestiging’ van de werkgever dat het dienstverband alsnog van rechtswege eindigt enkele dagen voor het daadwerkelijk einde is dan niet voldoende.
Naar het oordeel van de Kantonrechter Apeldoorn is dergelijk handelen in strijd met het goed werkgeverschap en is de werkgever alsnog een aanzegvergoeding verschuldigd.
Zelfs indien in de arbeidsovereenkomst dus reeds een beëindiging van rechtswege is aangezegd, is het belangrijk bij eventuele onderhandelingen vlak vóór het einde de consequentie te benoemen dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege zal eindigen mits overeenstemming wordt bereikt over voortzetting. Het gaat er om dat beide partijen weten waar zij aan toe zijn.
Voor meer informatie:
Luciënne ter Haar
terhaar@vanzeijlbijlaartsen.nl
T: 0341-420606
Gerelateerd
-
5 september 2024
NIET MELDEN VAKANTIE TIJDENS ZIEKTE; WEL OF GEEN REDEN VOOR ONTSLAG?
-
19 juni 2024
IN DE TOEKOMST BETALEN VOOR EEN CONCURRENTIEBEDING?
-
3 mei 2024
Niet verlengen van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van een werknemer met uitgezaaide borstkanker; is dit verboden onderscheid?
-
21 maart 2024
De Hoge Raad oordeelt dat een bereikbaarheidsdienst met reactietijd als ‘arbeidstijd’ moet worden aangemerkt