LEGALITEIT EN HANDHAVING

15 augustus 2022

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de “Afdeling”) heeft in een recente uitspraak het belang van een expliciete wettelijke grondslag voor handhaving benadrukt.

Waar ging het over? 
In deze zaak ging het om een asbestsanering, uitgevoerd door een gespecialiseerd bedrijf. Eén van de voorbereidingswerkzaamheden was het opbouwen van een zogeheten containment. Normec (het bedrijf dat o.a. certificaten verleent voor asbestverwijdering) constateert in deze voorbereidingsfase een aantal overtredingen van de volgens Normec in acht te nemen voorschriften. Normec schorst het aan het bedrijf verleende certificaat voorwaardelijk voor de duur van 90 dagen en geeft het bedrijf een formele waarschuwing. De asbestsanering zelf is op dat moment nog niet begonnen.

De procedures
Het saneringsbedrijf komt op tegen voornoemd handhavingsbesluit door in bezwaar en beroep te gaan. Zij betoogt dat zij nog geen werkzaamheden heeft uitgevoerd die onder het certificatieschema vallen. Dit betekent dat Normec onbevoegd is overgegaan tot handhaving, aldus het saneringsbedrijf.

De rechtbank Oost-Brabant volgt het saneringsbedrijf in haar redenering. De rechtbank acht van doorslaggevend belang dat de opbouw van een containment kwalificeert als een voorbereidende handeling op de daadwerkelijke asbestsanering. Er is op dat moment dus nog geen sprake van het afbreken, uit elkaar nemen, verwijderen of opruimen van asbest of asbesthoudende stoffen in de zin van artikel 4.54a van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Dat het containment essentieel is om tot daadwerkelijke asbestsanering over te kunnen gaan maakt dit niet anders, aldus de rechtbank.

Normec is het hier niet mee eens en betoogt ten overstaan van de Afdeling dat opbouw en gebruik van een containment onlosmakelijk met asbestsanering samenhangen. Als voorbereidende werkzaamheden niet onder het bereik van artikel 4.54a Arbeidsomstandighedenbesluit vallen, kan iedereen deze werkzaamheden verrichten. Volgens Normec brengt dit risico’s met zich en kan dit niet de bedoeling zijn. Genoemd artikel dient volgens Normec dan ook extensief te worden uitgelegd, zodat voorbereidingswerkzaamheden hier wel degelijk onder vallen.

De Afdeling volgt Normec niet in haar betoog. Het legaliteitsvereiste vergt immers dat voor de bevoegdheid tot het nemen van handhavingsmaatregelen een expliciete basis bestaat in de regelgeving. Voor extensieve interpretatie van wettelijke regels is geen plaats. Dit betekent dus dat Normec onbevoegd tot handhaving is overgegaan.

Afronding
Het belang van het legaliteitsvereiste in handhavingskwesties is groot, zo onderstreept deze uitspraak nog maar eens. Ziet u zich geconfronteerd met een handhavingsbesluit? Dan is het verstandig om eerst na te gaan of de betrokken instantie wel handhavingsbevoegd is. De rechtspraak wijst uit dat hier niet te lichtzinnig over moet worden gedacht.

Heeft u vragen naar aanleiding van het voorgaande of wilt u meer weten? Neem dan gerust contact met mij op.

Dennis Cremer
cremer@vanzeijlbijlaartsen.nl
T: 0341-420606