LIQUIDITEITSPROBLEMEN? BESTUURDERS OPGELET MET SELECTIEF BETALEN
Het hoeft geen uitleg meer dat we ons midden in een crisis bevinden, waarbij veel ondernemers hard worden geraakt. Vaak is er geen geld meer in kas en de steunmaatregelen zijn onvoldoende om het hoofd boven water te houden. Mag een bestuurder dan nog wel zijn schuldeisers betalen?
Bestuurder heeft in beginsel ‘betaalautonomie’ en bepaalt zelf in welke volgorde de schuldeisers worden betaald. Dat uitgangspunt is evenwel niet meer vanzelfsprekend bij een naderend faillissement.
Vanaf het moment dat de rechtspersoon heeft besloten zijn activiteiten te beëindigen en niet over voldoende middelen beschikt om alle schuldeisers te voldoen dan wel indien zijn faillissement onvermijdelijk blijkt (ook wel ‘liquidatiefase’ genoemd), heeft de bestuurder niet de onverkorte vrijheid om bepaalde schuldeisers anders dan op grond van wettelijke regels met voorrang te voldoen. In dergelijke situaties handelt de bestuurder van de rechtspersoon in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid tegenover zijn schuldeisers, tenzij de voorkeursbehandeling van bepaalde schuldeisers kan worden gerechtvaardigd door bijzondere omstandigheden (Hoge Raad 12 juni 1998, NJ 1998/727 (Coral/Stalt)). Die bijzondere omstandigheden kunnen voor elke rechtspersoon verschillend zijn.
Is een faillissement nog niet aan de orde en/of te verwachten en is de bestuurder bezig met een reëel reddingsplan (ook wel ‘reddingsfase’ genoemd), dan is selectief betalen van schuldeisers toegestaan. In dat geval wordt bestuurder aangeraden om de gemaakte afwegingen schriftelijk vast te leggen, zodat hij indien nodig achteraf kan verantwoorden waarom hij van mening was dat hij op dat moment selectief kon betalen.
Indien de curator van mening is dat het de bestuurder niet meer was toegestaan selectieve betalingen te doen, omdat de wettelijke rangorde niet in acht is genomen, dient de curator dat te stellen en te bewijzen. Voor de aansprakelijkheid van de bestuurder moet de bestuurder wel persoonlijk een ernstig verwijt kunnen worden gemaakt (Hoge Raad 8 december 2006, JOR 2007/38 (Ontvanger/Roelofsen)). Staat de aansprakelijkheid van de bestuurder vast, dan dient de bestuurder de schade van de gezamenlijke schuldeisers te vergoeden. En dit terwijl de bestuurder niet de ontvanger was van de selectieve betaling.
Al met al is het dus voor de bestuurder zaak om de selectieve betalingen te verrichten vóórdat de rechtspersoon in de liquidatiefase is beland. Het is evenwel niet altijd eenvoudig om vast te stellen vanaf welk tijdstip het doen van selectieve betalingen als onrechtmatig moet worden aangemerkt. Doet een dergelijke situatie zich voor, laat u dan tijdig adviseren.
Voor meer informatie:
Wilt u meer weten over selectieve betalingen? Neem dan gerust contact op.
Hasan Kaya
kaya@vanzeijlbijlaartsen.nl
T: 0341-420606
Gerelateerd
-
23 februari 2023
STAND VAN ZAKEN TIJDELIJKE WET TRANSPARANTIE TURBOLIQUIDATIE
-
11 april 2022
RECHT VAN RECLAME; LET OP DE VERVALTERMIJNEN
-
4 maart 2022
RENTE OVER BOEDELSCHULD KWALIFICEERT OOK ALS EEN BOEDELVORDERING
-
22 februari 2022
Vreugdenhil Dairy Foods neemt fabriek NutriDutch in Putten over