Moet een DGA meer gelden onttrekken aan zijn B.V., naast zijn salaris, voor de betaling van partneralimentatie?

15 juni 2017

Veelvuldig komt tijdens procedures de vraag aan de orde of een DGA ter bepaling van zijn draagkracht voor de vaststelling van de partneralimentatie naast zijn salaris van zijn B.V. nog extra gelden kan onttrekken.

Wettelijk kader
Bij de beantwoording van deze vraag dient rekening te worden gehouden met de dwingend rechtelijke bepalingen van boek 2 BW (artikel 2:25 BW in verbinding met artikel 2:9 en 2:216 lid 2 BW). Ook wel de uitkeringstest genoemd. De uitkeringstest ziet op het vennootschappelijk belang, waaronder wordt verstaan dat de continuïteit van de vennootschap als gevolg van onttrekkingen niet in gevaar mag komen.

Rechtspraak
In de jurisprudentie is terug te vinden dat indien binnen de B.V. de benodigde liquide middelen niet kunnen worden vrijgemaakt of van elders kunnen worden verkregen, zonder de continuïteit van de bedrijfsvoering van de vennootschap in gevaar te brengen, er voor de bepaling van de draagkracht van een DGA alleen kan worden uitgegaan van het salaris dat hij ontvangt vanuit de B.V. Mocht de DGA met opzet een laag inkomen ontvangen, terwijl het wel mogelijk is om in de vorm van een hoger salaris of dividend extra gelden uit de B.V. te onttrekken, zonder dat dit de continuïteit in gevaar brengt, dan zal voor de bepaling van zijn draagkracht wel rekening worden gehouden met een hoger inkomen. In alimentatiekwesties is het dan ook altijd van groot belang om een gedegen advies in te winnen.

Voor meer informatie:
Charlotte Gazendam
gazendam@vzba.nl
T: 0341-420606