PROBLEMATIEK RONDOM HET TEKORT AAN JEUGDZORGWERKERS OP SCHRIJNENDE WIJZE ZICHTBAAR

11 november 2019

De rechtbank Zeeland – West- Brabant heeft in korte tijd een groot aantal uitspraken gepubliceerd waarin de problematiek rondom het tekort aan jeugdzorgwerkers op schrijnende wijze zichtbaar wordt. Eén van die zaken wil ik hier aanhalen. De reden hiervoor is dat in de media er momenteel veel aandacht is voor de problematiek rondom de organisatie van de jeugdzorg. De kinderrechters steken niet onder stoelen of banken dat zij het onaanvaardbaar achten dat de gevolgen van de tekorten in de sector door kwetsbare minderjarigen aan den lijve moeten worden ondervonden. Dit zie je terug in uitzonderlijke uitspraken. Dit soort uitspraken zijn zelfs onderwerp van gesprek geweest bij het RTL-nieuws.

In de uitspraak van de rechtbank Zeeland -West – Brabant van 5 juni 2019 komt een dergelijke problematiek nadrukkelijk aan de orde. In die kwestie betrof het drie minderjarige kinderen. De ouders van de kinderen zijn verwikkeld in een complexe scheiding. Ze diskwalificeren elkaar en communiceren niet met elkaar. De kinderen zitten klem in de strijd tussen hun ouders. Eén kind woont bij de vader en twee kinderen wonen bij de moeder. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht de kinderen onder toezicht te stellen. De ouders hebben aangegeven achter dit verzoek te staan. Tijdens de mondelinge behandeling van het verzoek van de Raad heeft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Brabant (JBB) laten weten het eens te zijn met het verzoek van de Raad, maar niet direct een jeugdzorgwerker en de zorg te kunnen leveren. Gezien die mededeling heeft de rechtbank de zaak aangehouden in afwachting van nader bericht van de Raad. De Raad zou ondertussen op zoek gaan naar een andere gecertificeerde instelling. De rechter heeft nadrukkelijk aangegeven te verwachten dat de JBB en de eventuele andere door de Raad gecertificeerde instelling bij die tweede zitting aanwezig zouden zijn. Echter, bij deze tweede zitting was de JBB niet verschenen. De rechter vond dit duidelijk onverteerbaar. Met name omdat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging die niet in vrijwillig kader kan worden afgewend. Het is dan ook noodzakelijk dat er onmiddellijk een start wordt gemaakt met de uitvoering van de OTS. De rechter laat duidelijk weten dat zij het betreurt dat de JBB niet aanwezig is bij de zitting. De kinderrechter wijst de JBB erop dat zij op grond van artikel 4.2.2 Besluit Jeugdwet binnen vijf werkdagen nadat zij is belast met de uitvoering van de OTS en daarvan in kennis is gesteld, een jeugdwerker moeten aanwijzen, waarbij het eerste contact plaats vindt tussen de jeugdwerker en de minderjarigen en de met gezag belaste ouders. Ook wijst de kinderrechter erop dat artikel 4.1.3 lid 5 Jeugdwet bepaalt dat er binnen zes weken een hulpverleningsplan moet zijn, nu het opstellen van een familiegroepsplan gezien de ernst van de problematiek niet aan de orde is. De kinderrechter wijst het verzoek tot OTS toe voor de duur van drie maanden, om op die manier te kunnen toetsen of daadwerkelijk snel uitvoering wordt gegeven aan de OTS en of de wettelijke termijnen in acht worden genomen. De zaak wordt verder aangehouden. Op deze manier hebben de rechtbanken Zeeland – West – Brabant en Rotterdam meermalen de problematiek onder de aandacht gebracht.

Uit de uitspraken blijkt dat er een structureel probleem is bij de gecertificeerde instellingen en jeugdzorg. Er is niet alleen een tekort aan jeugdzorgwerkers, ook op uitdrukkelijke verzoeken van de rechters om aanwezig te zijn bij een zitting, wordt niet ingegaan. Meermalen wordt door de rechtbank aangegeven het standpunt van de Raad te betreuren daar waar naar aanleiding van verzoeken van de rechtbank om een andere gecertificeerde instelling te zoeken, heeft verklaard niet aan dat verzoek te zullen voldoen, omdat na een managementoverleg is besloten dat de Raad niet aan forumshopping zal doen.

Kinderombudsman Margrite Kalverboer luidt niet voor niets in een brief aan minister De Jonge de noodklok over het groeiende aantal kinderen dat wacht op specialistische zorg, zelfs als de situatie kritiek is. Niet alleen de ombudsman, Jeugdbescherming zelf en de rechtbanken constateren dat dit een ernstig probleem is, ook de advocaten die de zaken behandelen lopen tegen deze problematiek aan. Het is schrijnend om te zien dat kinderen, alsmede de ouders, niet de juiste ondersteuning en hulp krijgen.

Voor meer informatie:
Charlotte Gazendam
gazendam@vanzeijlbijlaartsen.nl
T: 0341- 420 606