Publicatietermijn jaarrekening verkort tot twaalf maanden!

30 maart 2016

Voor het opmaken en publiceren van een jaarrekening door bestuurders van besloten vennootschappen gelden in de wet 
maximum termijnen, die op 1 november 2015 zijn gewijzigd. 
Omdat overschrijding van die termijnen verstrekkende gevolgen kan hebben, is het goed om van de wijzigingen kennis te nemen.

Binnen vijf maanden na einde van het boekjaar maakt het bestuur van een BV de jaarrekening op en ondertekent zij deze, waarna de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) deze vast stelt.
In geval van bijzondere omstandigheden kon deze termijn door de AVA worden verlengd met zes maanden. Sinds 1 november 2015 is de verlengingstermijn maximaal vijf maanden.

Nadat de AVA de jaarrekening heeft vastgesteld, moet deze binnen acht dagen openbaar worden gemaakt door deponering bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Deze publicatie diende uiterlijk binnen dertien maanden te hebben plaatsgevonden. Sinds 1 november 2015 geldt een maximale termijn van twaalf maanden, zodat de jaarrekening uiterlijk binnen één jaar na einde boekjaar moet zijn gedeponeerd. Deze wijziging geldt voor jaarrekeningen over boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2016. Dus voor het eerst voor de jaarrekening van 2016 geldt dat deze uiterlijk 31 december 2017 openbaar moet zijn gemaakt.

Is de jaarrekening niet uiterlijk binnen twee maanden na de (verlengde) opmaaktermijn van (5+5) tien maanden vastgesteld, dan moet onverwijld de niet-vastgestelde jaarrekening worden gedeponeerd met vermelding van de reden waarom de jaarrekening nog niet is vastgesteld. Zo moeten in de nieuwe regeling dus alle jaarrekeningen, of zij nu zijn vastgesteld of nog niet, uiterlijk binnen een jaar zijn gepubliceerd door deponering bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Waarom is die deponering voor u als bestuurder van belang?
Indien de jaarrekening niet binnen de wettelijke termijn is gepubliceerd, concludeert artikel 2: 248 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek dat het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld. Dat heeft consequenties indien de vennootschap onverhoopt in staat van faillissement komt te verkeren. Op dat moment wordt de onbehoorlijke taakvervulling vermoed een belangrijke oorzaak te zijn geweest van het faillissement.

Nu is er veel af te dingen op deze wettelijke regeling. Publicatie is bedoeld om bij de vennootschap betrokkenen (onder meer leveranciers) de gelegenheid te geven zich op de hoogte te stellen van de financiële situatie van de vennootschap. Als de (summiere) publicatiebalans die informatie al genoegzaam geeft, dan dateert die op zijn minst van een jaar vóór het faillissement, terwijl betrokkenen juist in de maanden vóór het faillissement hadden willen weten hoe de vennootschap er voor stond.

Maar wat daar van zij, de wetgever heeft het nodig gevonden de regeling niet alleen te handhaven, maar ook aan te scherpen door de termijnen op de hiervoor omschreven wijze te bekorten.

Het uiteindelijke gevolg van niet-tijdige publicatie kan ver strekken indien de vennootschap onverhoopt in staat van faillissement raakt. De curator kan zich op het standpunt stellen dat de onbehoorlijke taakvervulling, zijnde de niettijdige publicatie, een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest en dat de bestuurder aansprakelijk is voor het totale faillissementstekort, tenzij de bestuurder kan bewijzen dat een andere van buiten komende omstandigheid het faillissement heeft veroorzaakt. Gezegd moet worden dat een bestuurder niet zomaar voor het faillissementstekort aansprakelijk kan worden gehouden, maar een dergelijk dispuut met de curator bezorgd de bestuurder een hoop narigheid, die door de enkele tijdige publicatie kan worden voorkomen.

VOOR MEER INFORMATIE:
Kees Bijl
bijl@vanzeijlbijlaartsen.nl
T: 0341- 420606

Van Zeijl Bijl Aartsen Advocaten. Vertrouwd.