RECHT VAN RECLAME; LET OP DE VERVALTERMIJNEN
Het recht van reclame is een vorm van zekerheid voor betaling die steeds vaker wordt gebruikt in het handelsverkeer (artikel 7:39 BW). Als een leverancier aan haar leveringsverplichting heeft voldaan, maar haar factuur niet betaald krijgt, dan kan zij een beroep doen op het recht van reclame. Anders dan een eigendomsvoorbehoud is het recht van reclame een wettelijk recht en kan vaak in geval van een faillissement uitkomst bieden, mits aan de voorwaarden zijn voldaan en de twee vervaltermijnen in acht zijn genomen.
Het recht van reclame bestaat indien (a) het gaat om een koop van een roerende zaak die geen registergoed is, (b) de koopprijs niet is betaald, (c) de zaak zich in dezelfde staat bevindt en (d) de vervaltermijnen van artikel 7:44 BW in acht zijn genomen.
De vervaltermijnen dienen goed in de gaten te worden gehouden. Het recht van reclame vervalt wanneer zowel (i) zes weken zijn verstreken nadat de vordering tot betaling van de koopprijs opeisbaar is geworden als (ii) zestig dagen nadat de zaak “onder de koper of onder iemand van zijnentwege is opgeslagen”. Vrij vertaald begint de tweede vervaltermijn te lopen vanaf het moment dat de zaak aan de koper is geleverd dan wel in opdracht van de koper rechtstreeks aan een derde is geleverd. In beide gevallen begint de termijn te lopen vanaf moment dat de zaak bij koper c.q. derde is aangekomen. Als de zaak enige tijd ‘nog onderweg’ is, dan wordt de vervaltermijn verlengd met de reisduur.
Voor de eerste vervaltermijn is het van belang dat de vordering tot betaling van de koopprijs opeisbaar is. Als de transactie bestaat uit de verkoop en levering van een zaak tegen betaling van de koopprijs in één keer, zal het moment van opeisbaarheid vrij duidelijk zijn. Doorgaans ontstaan er discussies over de opeisbaarheid van een vordering bij betaling in termijnen, omdat dan geen goede afspraken zijn gemaakt over de opeisbaarheid van de betalingstermijnen. Deze complicatie laat ik nu voor wat het is, omdat het buiten het bestek van dit artikel valt.
In geval van een faillissement dient de leverancier aldus zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de curator kenbaar te maken dat zij een beroep doet op het recht van reclame. Het gevolg van een succesvol beroep op het recht van reclame is dat de koopovereenkomst wordt ontbonden en de zaak weer ‘teruggaat’ naar de verkoper. Ik schrijf ‘teruggaat’ omdat het recht van reclame, anders dan de ontbinding ex artikel 6:265 BW, een goederenrechtelijke werking heeft. De uitoefening van het recht van reclame leidt ertoe dat de leverancier eigenaar wordt en dus de zaak kan revindiceren. De leverancier kan de door haar geleverde zaken dus terughalen bij de curator.
Voor meer informatie:
Wilt u meer informatie over het recht van reclame, neem dan gerust contact met mij op.
Hasan Kaya
kaya@vanzeijlbijlaartsen.nl
T: 0341-420606
Gerelateerd
-
23 februari 2023
STAND VAN ZAKEN TIJDELIJKE WET TRANSPARANTIE TURBOLIQUIDATIE
-
11 april 2022
RECHT VAN RECLAME; LET OP DE VERVALTERMIJNEN
-
4 maart 2022
RENTE OVER BOEDELSCHULD KWALIFICEERT OOK ALS EEN BOEDELVORDERING
-
22 februari 2022
Vreugdenhil Dairy Foods neemt fabriek NutriDutch in Putten over