STAND VAN ZAKEN TIJDELIJKE WET TRANSPARANTIE TURBOLIQUIDATIE

23 februari 2023

Op 16 februari 2023 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie (TWTT) aangenomen. Naar verwachting wordt het wetsvoorstel op 14 maart 2023 als hamerstuk door de Eerste Kamer afgedaan, om vervolgens op korte termijn daarna in werking te treden.

Beoogd doel
Een turboliquidatie is een ontbinding op eigen initiatief van een rechtspersoon (bijvoorbeeld BV, NV of stichting). De enige voorwaarde die de wet daar momenteel aan stelt is dat de rechtspersoon op het moment van ontbinding geen bezittingen meer mag hebben. Het bestaan van schulden staat niet aan een turboliquidatie in de weg.

Het voorstel vergroot de transparantie bij turboliquidatie en de regering wil hiermee misbruik bij beëindiging van rechtspersonen via turboliquidatie voorkomen. Hoewel niet altijd terecht, wordt een turboliquidatie vaak geassocieerd met fraude. De fraude bestaat er uit dat met een rechtspersoon allerhande aankopen worden gedaan, bezittingen worden weggesluisd waarna de rechtspersoon via turboliquidatie wordt ontbonden en crediteuren onbetaald achterblijven. Zij komen daar vaak pas later achter, omdat op dit moment geen verplichting bestaat om crediteuren over een turboliquidatie te informeren.

Maatregelen

De TWTT betreft een tijdelijke regeling voor twee jaar, maar bevat de mogelijkheid tot verlenging wanneer de intentie bestaat maatregelen uit deze wet permanent in te voeren.

Het wetsvoorstel introduceert drie maatregelen.

  1. Het (voormalig) bestuur wordt verplicht om een aantal financiële stukken openbaar te maken en eventuele schuldeisers daarvan schriftelijk op de hoogte te brengen. Het bestuur dient binnen veertien dagen na ontbinding bij het handelsregister te deponeren:
    1. een balans en een staat van baten en laten met betrekking tot het lopende en het voorgaande boekjaar;
    2. een beschrijving van de oorzaak van het ontbreken van baten op het tijdstip van ontbinding en (in het voorkomende geval) de wijze waarop de baten van de rechtspersoon te gelde zijn gemaakt en de opbrengsten zijn verdeeld alsmede de redenen waarom een schuldeiser geheel of gedeeltelijk onbetaald is gebleven.
    3. de jaarrekeningen met betrekking tot de voorgaande boekjaren, indien de termijn voor deponering van die jaarrekeningen ten tijde van de ontbinding reeds was verstreken.
  1. Schuldeisers krijgen een inzagerecht in de bewaarde administratie van de ontbonden rechtspersoon als het bestuur zijn onder (1) omschreven verplichting niet is nagekomen;

  2. Het Openbaar Ministerie kan schending van de onder (1) omschreven verplichting laten meewegen wanneer zij de rechtbank vraagt een bestuursverbod op te leggen.

Voor meer informatie:
Wilt u meer weten, hebt u vragen of ziet u zich opeens geconfronteerd met een niet meer bestaande debiteur? Neem dan gerust contact op.

Erik Kuper
kuper@vanzeijlbijlaartsen.nl
T: 0341- 420606