WEL OF GEEN STUDIEKOSTENBEDING?

11 juli 2023

Sinds de invoering van de Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden per 1 augustus 2022 geldt artikel 7:611a BW. Hierin staat de verplichting voor werkgevers om scholing die noodzakelijk is voor het kunnen (blijven) uitoefenen van de functie te betalen. Over de betaalde kosten voor een dergelijke studie mogen ook geen afspraken over verrekening of terugbetaling worden gemaakt. Met andere woorden: er mag geen studiekostenbeding worden gemaakt. De vraag is, wat is nu een noodzakelijke opleiding?

Onder noodzakelijke scholing valt bijvoorbeeld de studie die nodig is in het kader van een verbetertraject bij disfunctioneren van de werknemer, de studie die nodig is om te kunnen werken met een nieuw, door de werkgever ingevoerd, computersysteem of een door de wet doorgevoerde technologische ontwikkeling. Scholing die noodzakelijk is voor het verkrijgen van een diploma of certificaat dat nodig is om überhaupt te kunnen starten met de functie valt hier niet onder.

Huidige arbeidscontracten bevatten veelal standaard nog een studiekostenbeding waar de werkgever de werknemer aan wil houden bij uitdiensttreding. Of het ‘oude’ studiekostenbeding nog wel geldig is, is een vraag waar inmiddels al meermaals over is geprocedeerd het afgelopen jaar. Werknemers stellen zich op het standpunt dat het een noodzakelijke studie betreft en dat de werkgever daarom geen beroep op het studiekostenbeding zou mogen doen. Werkgevers stellen zich op het standpunt dat geen sprake is van een noodzakelijke studie.

Zie o.a. de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 24 januari 2023. In deze zaak betrof het een studie die is gevolgd om de ontwikkeling van de werknemer te bevorderen en om deels een nieuwe functie uit te kunnen gaan oefenen. Het ging namelijk om een bedrijfsarts in opleiding tot specialist. Een dergelijke opleiding is een beroepsopleiding voor het verkrijgen van een beroepskwalificatie zoals bedoeld in de beroepskwalificatierichtlijn. Bij het volgen van een dergelijke studie en/of opleiding is geen sprake van een noodzakelijke opleiding voor het behoud van de huidige functie en hiervoor mag dus wel een studiekostenbeding worden opgenomen in de arbeidsovereenkomst.
Een studie die ziet op scholing die nodig is voor het verkrijgen van een certificaat of diploma waarover de werknemer bij eerste aanvang van de werkzaamheden dient te beschikken, is ook geen noodzakelijke studie in de zin van artikel 7:611a BW. Zie hiervoor bijvoorbeeld de uitspraak van de Kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland van 20 april 2023.

In deze zaak ging het om het behalen van het rijbewijs B. Dit rijbewijs heeft de werknemer nodig om de functie uit te kunnen oefenen. Ofwel het gaat om een studie die nodig is om een certificaat of diploma te verkrijgen waarover de werknemer bij aanvang van de werkzaamheden dient te beschikken. Dit is geen noodzakelijke studie om de huidige functie te kunnen behouden. De kantonrechter heeft in deze zaak dan ook geoordeeld dat het studiekostenbeding geldig was en dat de werknemer dus een deel van de kosten alsnog terug moest betalen.

Kortom
Als een studiekostenbeding wordt afgesproken kan dit enkel voor studies en opleidingen die niet als noodzakelijk in de zin van artikel 7:611a BW worden aangemerkt. Om te voorkomen dat een ongeldig studiekostenbeding wordt afgesproken, is het dan ook raadzaam om het studiekostenbeding en/of de eventuele voorwaarden voor het laten volgen van een opleiding tijdig en vooraf te laten beoordelen. Zo worden discussies achteraf voorkomen.

Voor meer informatie
Hebt u vragen of wilt u meer informatie over dit onderwerp? Neem dan gerust even contact op.

Luciënne ter Haar
terhaar@vanzeijlbijlaartsen.nl
T: 0341-420606