WELK RECHT IS VAN TOEPASSING OP ARBEIDSOVEREENKOMSTEN VAN INTERNATIONALE CHAUFFEURS
Deze vraag is van belang om te weten op welke rechten – zoals bijvoorbeeld welk loon – een internationaal chauffeur aanspraak kan maken of dat een cao van toepassing is. Het enkele feit dat de schriftelijke arbeidsovereenkomst is gesloten naar het recht van één bepaald land betekent niet dat alleen dié rechten van toepassing zijn. De vraag welk recht van toepassing is kan worden beantwoord aan de hand van het Rome I verdrag en eventueel de Europese ‘Detacheringsrichtlijn’. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft na verwijzing door de Hoge Raad hierover op 27 juli jl. een belangrijke uitspraak gedaan waarin zij goed uiteenzet hoe deze Europese regelgeving moet worden toegepast.
Rome I
Artikel 8 Rome I bepaalt dat indien geen rechtskeuze is gemaakt, het recht van het land waar de werknemer ter uitvoering van de overeenkomst gewoonlijk zijn arbeid verricht van toepassing is. Welk recht van toepassing is bij grensoverschrijdend transport wordt dus bepaald op basis van het zogenoemd ‘gewoonlijk werkland’. Onder het criterium van het gewoonlijk werkland wordt verstaan dat het gaat om het land “waar of van waaruit de werknemer, rekening gehouden met alle elementen die deze werkzaamheid kenmerken, het belangrijkste deel van zijn verplichtingen jegens zijn werkgever vervult”.
Om vast te stellen in of vanuit welk land de werknemer dan het belangrijkste deel van zijn verplichtingen jegens zijn werkgever vervult, dient de rechter met name de volgende gezichtspunten in acht te nemen:
- in welk land bevindt zich de plaats van waaruit de werknemer zijn transportopdrachten verricht, instructies voor zijn opdrachten ontvangt en zijn werk organiseert;
- in welk land bevinden zich de arbeidsinstrumenten;
- in welke plaatsen en welk land wordt het vervoer hoofdzakelijk verricht,
- in welke plaatsen en welk land worden de goederen gelost; en:
- naar welke plaats in welk land keert de werknemer na zijn opdrachten terug.
Deze door het Hof van Justitie van de Europese Unie (‘HvJEU’) gegeven opsomming van gezichtspunten is niet limitatief. De rechter moet rekening houden met alle elementen die de werkzaamheid van de werknemer kenmerken. De voornoemde gezichtspunten zijn wel de punten die volgens het Hof voornamelijk moeten worden onderzocht.
Detacheringsrichtlijn
De Detacheringsrichtlijn is van toepassing voor grensoverschrijdende arbeid van Europees gedetacheerde werknemers die tijdelijk onder verantwoording van hun eigen werkgever in een ander land werken of via een uitzendconstructie tijdelijk in een ander land dan hun gewoonlijk werkland worden ingezet. De Detacheringsrichtlijn bepaalt dat een groot deel van de wettelijke bepalingen van het land waar de werknemers tijdelijk werkzaam zijn van toepassing zijn voor de tijd dat ze in het ‘andere land’ werken.
Hongaarse chauffeurs- zaak
In de zaak bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ging het om Hongaarse vrachtwagenchauffeurs in dienst bij een Hongaarse zustervennootschap van een Nederlands transportbedrijf. De Hongaarse chauffeurs hebben gesteld dat het Nederlands recht van toepassing is en daarmee ook de Nederlandse arbeidsvoorwaarden, omdat (i) Nederland hun gewoonlijk werkland is, dan wel (ii) dat de Europese Detacheringsrichtlijn van toepassing is.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bepaald dat het Nederlands recht van toepassing is, omdat Nederland het gewoonlijk werkland is. De gezichtspunten bepaald door het HvJEU wijzen duidelijk in de richting van Nederland als gewoonlijk werkland. Tevens wijzen de gezichtspunten niet overduidelijk naar een ander land, aldus het Gerechtshof.
Naast de bestaande gezichtspunten heeft het Gerechtshof tevens van belang geacht dat de betalingen van het loon van een Nederlandse bankrekening kwamen, de ziekmelding en verlofaanvragen via de Nederlandse vennootschap verliepen en de brandstofpas op naam van de Nederlandse vennootschap stond.
In deze zaak heeft het Gerechtshof voorts gekeken of er geen sprake was van een nauwere verbondenheid met Hongarije of een ander land dan Nederland. Als er factoren zijn die maken dat de arbeidsovereenkomst nauwer verbonden is met een ander land dan het gewoonlijk werkland dan moet het recht van het gewoonlijk werkland buiten toepassing worden gelaten en beheerst het recht van dat andere land de arbeidsovereenkomst. Hierbij wordt bijvoorbeeld van belang geacht waar de werknemer belasting betaalt, waar hij sociaal verzekerd is en waar hij zijn pensioenvoorzieningen heeft en of deze factoren zijn verbonden met de werkzaamheden of enkel het feit dat de werknemer daar woont. Wederom zijn dus alle omstandigheden van belang.
In de zaak van de Hongaarse chauffeurs was het feit dat zij belasting betaalden en verzekerd waren in Hongarije een onvrijwillig gevolg van het feit dat zij in Hongarije woonden en had niets met een keuze vanuit de werksfeer te maken. Het Gerechtshof achtte de werknemers niet nauwer verbonden met Hongarije.
Nu het Gerechtshof Nederland als het gewoonlijk werkland aanmerkt en op grond daarvan het Nederlands recht van toepassing is, komt het Gerechtshof niet toe aan de vraag of de Detacheringsrichtlijn van toepassing is.
Kortom
Ondanks dat er sprake was van “Hongaarse arbeidsovereenkomsten” met in Hongarije woonachtige werknemers is het Nederlands recht van toepassing op de arbeidsovereenkomst omdat het gewoonlijk werkland Nederland is.
Deze uitspraak kan van grote invloed zijn op internationale transportbedrijven die veel werken met buitenlandse werknemers. Aangezien het wel of niet van toepassing zijn van het Nederlands recht afhankelijk is van veel omstandigheden en per werknemer kan verschillen, is goed om tijdig advies in te winnen in dergelijke kwesties.
Voor meer informatie:
Luciënne ter Haar
terhaar@vzba.nl
T: 0341-420606
Gerelateerd
-
5 september 2024
NIET MELDEN VAKANTIE TIJDENS ZIEKTE; WEL OF GEEN REDEN VOOR ONTSLAG?
-
19 juni 2024
IN DE TOEKOMST BETALEN VOOR EEN CONCURRENTIEBEDING?
-
3 mei 2024
Niet verlengen van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van een werknemer met uitgezaaide borstkanker; is dit verboden onderscheid?
-
21 maart 2024
De Hoge Raad oordeelt dat een bereikbaarheidsdienst met reactietijd als ‘arbeidstijd’ moet worden aangemerkt