Werkgevers opgelet: de nieuwe Wet Melding Collectief Ontslag

1 mei 2012

WERKGEVERS OPGELET: DE NIEUWE WET MELDING COLLECTIEF ONTSLAG

Frans Aartsen

Op 1 maart 2012 treedt de gewijzigde Wet Melding Collectief Ontslag (WMCO) in werking. De nieuwe WMCO betekent een uitbreiding van de meldingsplicht ingeval van collectief ontslag. In het vervolg tellen beëindigingen van arbeidsovereenkomsten met wederzijds goedvinden ook mee bij de beantwoording van de vraag of de WMCO van toepassing is.

SITUATIE VÓÓR 1 MAART

Momenteel dient de werkgever op grond van de WMCO bij een voorgenomen ontslag van twintig werknemers of meer binnen een tijdsbestek van drie maanden, via een ontslagaanvraag bij het UWV Werkbedrijf of via ontbinding door de kantonrechter, daarvan melding te doen aan belanghebbende vakbonden en het UWV Werkbedrijf. Er bestaat geen meldingsplicht, indien de werkgever arbeidsovereenkomsten wil laten eindigen door middel van een beëindigingsovereenkomst met wederzijds goedvinden. Anders gezegd: de meldingsplicht kan worden voorkomen als met één of meerdere van voor ontslag voorgedragen werknemers overeenstemming wordt bereikt over een einde van de arbeidsovereenkomst en als gevolg daarvan bijvoorbeeld nog “maar” voor 15 werknemers een ontslagaanvraag hoeft te worden ingediend. Toepassing van de WMCO betekent dat een collectief ontslag niet eerder in behandeling mag worden genomen dan een maand nadat het voornemen tot ontslag is gemeld aan de betrokken vakbonden en het UWV Werkbedrijf, de zogenaamde maand wachttijd. De achterliggende gedachte van de wachttijd is, dat werkgever en vakbonden in die periode overleg hebben over het voorgenomen ontslag en de eventueel voor de werknemers te treffen voorzieningen, zoals het opstellen van een sociaal plan. Of daadwerkelijk overleg tussen de werkgever en de betrokken vakbonden plaatsvindt, wordt niet getoetst.

DE WIJZIGINGEN

De belangrijkste wijziging is een uitbreiding van de meldingsplicht. Voortaan zal een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden ook onder het begrip ontslag vallen, als gevolg waarvan die beëindigingen ook meetellen bij de vraag of er sprake is van een voorgenomen ontslag van twintig of meer werknemers binnen een tijdsbestek van drie maanden. De belangrijkste reden voor deze wijziging is gelegen in het feit dat tegenwoordig arbeidsovereenkomsten vaker met wederzijds goed-vinden eindigen. Ten aanzien van de maand wachttijd kent de nieuwe WMCO ook een wijziging; niet alleen geldt de maand wachttijd nu ook voor de ontbindingsprocedure bij de kantonrechter en de beëindiging met wederzijds goedvinden, maar bovendien worden ontslagaanvragen bij het UWV Werkbedrijf pas in behandeling genomen als de door de WMCO voorgeschreven raadpleging met de betrokken vakbonden ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, tenzij die vakbonden uitdrukkelijk en schriftelijk hebben laten weten dat zij van dat consultatierecht afzien. De gevolgen van niet naleving van de nieuwe WMCO zijn verstrekkend. Als een werkgever geen melding van het voorgenomen collectief ontslag heeft gedaan, de vakbonden en, indien van toepassing, de ondernemingsraad niet heeft geraadpleegd en/of de wachttijd niet in acht heeft genomen, dan is de opzegging danwel de beëindigingsovereenkomst vernietigbaar! De werknemer kan gedurende zes maanden na de opzegging van de arbeidsovereenkomst of het sluiten van de beëindigingsovereenkomst een beroep doen op deze vernietigingsgrond.

SLOTSOM

De WMCO kent een ruimer toepassingsgebied en niet naleving daarvan heeft verstrekkende gevolgen. Werkgevers opgelet dus.

Voor meer informatie:

Frans Aartsen

aartsen@vanzeijlbijlaartsen.nl

T: 0341-420606