Wijzigingen Arbowetgeving per 1 juli 2017

23 augustus 2017

Werknemers moeten veilig en gezond kunnen werken. Hiervoor zijn regels opgenomen in de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). Om werknemers, werkgevers en de overige betrokkenen nog meer bij de arbodienstverlening te betrekken is de Arbowet aangepast.

Onderstaand de belangrijkste wijzigingen:

Het Basiscontract
Er is een zogenaamd ‘basiscontract arbodienstverlening’ ingevoerd waarin de werkgever en arbodienstverleners afspraken moeten maken zodat er voldoende zorg is voor de werknemers. Deze overeenkomst moet schriftelijk of digitaal worden vastgelegd en beschrijft hoe in de praktijk invulling wordt gegeven aan de wettelijke verplichtingen.

Klachtenregeling
Vóór de wetswijziging bestond alleen een verplichte klachtenregeling voor gecertificeerde arbodienstverleners maar sinds 1 juli 2017 geldt dit ook voor zelfstandig werkende bedrijfsartsen.

Meer rechten voor werknemers
Een werknemer heeft het recht om een andere bedrijfsarts te raadplegen indien hij twijfelt over het advies van de begeleidende bedrijfsarts; de second opinion.
De werknemer heeft tevens directe toegang tot de bedrijfsarts in een vrij spreekuur. Werknemers hebben het recht om vóórdat de klachten van de werknemer eventueel tot werkverzuim lijden, de bedrijfsarts te bezoeken met vragen over hun gezondheid in verband met het werk, zonder dat de werkgever dit weet.

Meer preventieve rol bedrijfsarts
De bedrijfsarts heeft de verantwoordelijkheid en verplichting beroepsziektes op te sporen en te melden bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten op straffe van een boete.
Daarnaast heeft de bedrijfsarts sinds de wetswijziging vrije toegang tot een werkplek om zo werkgevers beter te kunnen adviseren over eventuele te treffen preventieve maatregelen.

Instemmingsrecht medezeggenschapsorganen
De medezeggenschaporganen hebben meer zeggenschap gekregen. De bedrijfsarts en andere arbodienstverleners zijn verplicht om nauw samen te werken met (en medewerking te verlenen aan) de medezeggenschapsorganen. Daarnaast hebben de medezeggenschapsorganen instemmingsrecht bij de keuze van de preventiemedewerker en de positie van deze medewerker in de organisatie. Ook hebben zij instemmingsrecht bij de keuze van de second opinion mogelijkheden.
Als er geen medezeggenschapsorgaan is zoals een OR of PVT, kan er worden overlegd met ‘belanghebbende werknemers’.

Kortom: de wetswijziging per 1 juli 2017 heeft ingrijpende gevolgen voor alle betrokkenen in het arbeidsproces. Voor werkgevers is het belangrijk ervoor te zorgen dat deze wijzigingen correct zijn doorgevoerd in de bedrijfsvoering.

Voor meer informatie:
Luciënne Koelewijn
koelewijn@vzba.nl
T: 0341-420606