Hoge Raad: coronahuurkorting blijft maatwerk

In 2021 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de afgekondigde coronamaatregelen in beginsel hebben te gelden als een onvoorziene omstandigheid en dat de rechter een huurovereenkomst kan aanpassen door de huurprijs te verminderen.

De Hoge Raad heeft daarvoor een model gegeven dat voor veel gevallen een handvat biedt voor de berekening van de huurprijsvermindering (de zogenoemde vastelastenmethode). De toepassing daarvan resulteert in een percentage waarmee de contractueel verschuldigde huurprijs wordt verminderd.

Omzet gerelateerde huur
In een recent arrest heeft de Hoge Raad overwogen dat de rechter, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, in een concreet geval kan kiezen voor andere methode van berekening van de huurprijsvermindering. De rechter mag dus van de vastelastenmethode afwijken dan wel daaraan een bepaalde toepassing geven die recht doet aan de omstandigheden van het geval.

De aan de Hoge Raad voorgelegde casus had betrekking op de exploitatie van een hotel. De huurovereenkomst voorzag in een huurprijs als percentage van de omzet, met dien verstande dat wanneer de omzet onder een bepaald niveau zou uitkomen de huurder nog steeds een (minimum) basishuurprijs verschuldigd was. Het Gerechtshof Amsterdam berekende het omzetverlies niet, zoals gebruikelijk, ten opzichte van het voorgaande jaar (2019), maar in vergelijking tot de omzet die partijen bij het sluiten van de huurovereenkomst als realistisch hadden beschouwd en op basis waarvan de tussen partijen overeengekomen basishuurprijs tot stand was gekomen.

Deze wijze van berekening is volgens de Hoge Raad niet verkeerd en hij laat het oordeel van het Gerechtshof Amsterdam daarom in stand.

Voor meer informatie
Wilt u meer weten of hebt u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust contact op.

Erik Kuper
kuper@vanzeijlbijlaartsen.nl
T: 0341- 420606