Kwalificatie van de opdracht/arbeidsovereenkomst: recente uitspraken

11 juli 2025

Vanaf begin 2025 wordt er strenger gehandhaafd en actief gecontroleerd of sprake is van een overeenkomst van opdracht of dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. De kwalificatie van de overeenkomst is steeds belangrijker. Langzaamaan druppelen uitspraken binnen waarin deze kwalificatievraag is behandeld. Of een overeenkomst moet worden aangemerkt als arbeidsovereenkomst, hangt af van alle omstandigheden van het geval in onderling verband bezien. Is inmiddels al meer duidelijk welke omstandigheden nu daadwerkelijk relevant zijn?

Kwalificatie
Zoals gezegd: of een overeenkomst moet worden aangemerkt als arbeidsovereenkomst, hangt af van alle omstandigheden van het geval in onderling verband bezien.

Van belang zijn onder meer:

  • de aard en duur van de werkzaamheden;
  • de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald;
  • de inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht;
  • het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren;
  • de wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen tot stand is gekomen;
  • de wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd;
  • de hoogte van deze beloningen;
  • en de vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico loopt.

Ook kan van belang zijn of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, en gelet op het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt. De zogenoemde Deliveroo- criteria.

Tussen die omstandigheden geldt geen rangorde, zo heeft de Hoge Raad op 21 februari 2025 bepaald. Het gewicht dat toekomt aan een contractueel beding bij beantwoording van de vraag of een overeenkomst als arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt, hangt mede af van de mate waarin dat beding daadwerkelijk betekenis heeft voor de partij die de werkzaamheden verricht.

Recente voorbeelden

Rechtbank Den Haag 10 juni 2025
Op 20 maart 2025 en 10 juni 2025 zijn er twee uitspraken gewezen waarin op basis van de Deliveroo- criteria en de laatste uitspraak van de Hoge Raad van 21 februari 2025 een oordeel is gegeven over hoe een overeenkomst moet worden gekwalificeerd.

In de zaak die bij de rechtbank Den Haag voorlag ging het om een sociaal werker met een eigen handelsnaam en een stichting die zich bezighoudt met de noodopvang voor Oekraïners. De sociaal werker organiseert sinds 2021 op basis van opdrachten voor verschillende gemeenten noodopvang. Volgens de sociaal werker is sprake van een arbeidsovereenkomst. De kantonrechter Den Haag beoordeelt de overeenkomst aan de hand van de Deliveroo- criteria.

In deze zaak achtte de kantonrechter het feit dat er sprake was noodhulpprogramma met een tijdelijk karakter waarbij de verlenging en het te verrichten werk afhankelijk was van gemeentebesluiten een aanwijzing dat juist sprake was van een overeenkomst van opdracht. Daarbij achtte de kantonrechter relevant dat ondanks dat de gemeente de sociaal werker in dienst wilde nemen, de sociaal werker zelf juist op basis van een opdrachtovereenkomst wilde werken. De sociaal werker heeft vervolgens zelf de overeenkomst opgesteld, de voorwaarden en het uurtarief van € 55, — onderhandeld en gebruikte een eigen logo. Uit de overeenkomst blijkt tevens dat de sociaal werker zelf aansprakelijk is voor de kosten en schade in tegenstelling tot een werknemer die werkt op basis van een arbeidsovereenkomst. Voornoemde worden als aanwijzingen genoemd voor het bestaan van een opdrachtovereenkomst. Daarnaast meent de kantonrechter dat de sociaal werker zich daadwerkelijk als ondernemer gedraagt doordat zij onder andere vanuit de handelsnaam factureert, staat ingeschreven in het handelsregister, op LinkedIn bekendmaakt dat zij voor meerdere opdrachtgevers werkzaam is en een eigen website heeft. Rekening houdend met al deze omstandigheden acht de kantonrechter Den Haag dat sprake is van een overeenkomst van opdracht.

Gerechtshof ‘s- Hertogenbosch 20 maart 2025
In deze zaak ging het om een beveiliger die op basis van opdrachten werkzaamheden verrichtte. De beveiliger verstuurde ook vanuit zijn eenmanszaak de facturen. De eenmanszaak stond als zodanig ingeschreven in het handelsregister en had een eigen website.

In tegenstelling tot de zaak bij de rechtbank Den Haag was hier sprake van een jonge 21-jarige werker, toen ook nog student, waarbij niet is gebleken dat het initiatief voor de werkwijze bij de beveiliger lag. Niet is vast komen te staan dat de beveiliger zich verder naar buiten toe als zelfstandig ondernemer gedroeg, er was geen sprake van een eigen logo. In dit geval kon het Hof ook niet vaststellen dat voor meerdere opdrachtwerkgevers werkzaamheden werden verricht door de beveiliger. De beveiliger droeg juist de bedrijfskleding van de opdrachtgever. De opdrachtgever gaf de beveiliger bovendien uitvoerige instructies en werd het persoonlijk verrichten van de arbeid gestimuleerd. Het Hof oordeelde dan ook dat hier – ondanks de inschrijving in het handelsregister, de website en de facturatie – geen sprake is van een ondernemer maar van een werknemer.

Kortom
Hoewel dat niet met zoveel woorden wordt gezegd, lijkt het erop dat het initiatief van de werkende bij het aangaan van de overeenkomst – en daarbij het bepalen van de voorwaarden, het vaststellen van het tarief en de risico’s – naast het daadwerkelijk voor meerdere opdrachtgevers werkzaamheden verrichten een belangrijke rol speelt bij de kwalificatie. Het is belangrijk in elke afzonderlijke situatie de criteria af te lopen en in onderling verband te bezien om zo te bepalen wat voor rechtsverhouding bestaat.

Voor meer informatie
Hebt u vragen of wilt u meer informatie over dit onderwerp? Neem dan gerust even contact op.

Luciënne ter Haar
terhaar@vzba.nl
T: 0341-420606