HET ‘HAVILTEX-CRITERIUM’: DE UITLEG VAN SCHRIFTELIJKE OVEREENKOMSTEN

14 mei 2020

Elke dag wordt er gecontracteerd en worden er overeenkomsten opgesteld en ondertekend. Over het algemeen gaat het goed, maar soms ontstaat er na verloop van tijd een conflict tussen de contractspartijen. In een dergelijke situatie zijn de contractsbepalingen van belang. Wat hebben partijen precies afgesproken? De ervaring leert dat partijen op dat moment over het eens zo duidelijke contract van mening verschillen.

Ten aanzien van de vraag hoe bepalingen in een overeenkomst moeten worden uitgelegd, formuleerde de Hoge Raad in 1981 het zogenoemde ‘Haviltex-criterium’ (ECLI:NL:HR:1981:AG4158). Dit criterium houdt in dat naast de letterlijke bewoordingen van de overeenkomst, ook de subjectieve partijbedoeling bij de beoordeling moet worden betrokken. Bij de uitleg van een overeenkomst komt het (onder meer) aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij daarover redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij spelen alle omstandigheden een rol, waaronder:

  • de aard van de overeenkomst
  • de context van de betreffende bepaling
  • de gedragingen van partijen
  • tot welke maatschappelijke kringen de partijen behoren
  • welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht

Bijna 40 jaar na het formuleren daarvan is het ‘Haviltex-criterium’ nog steeds actueel bij de uitleg van overeenkomsten. Het criterium wordt in diverse rechtsgebieden toegepast, onder meer binnen het ondernemingsrecht, het arbeidsrecht en het personen- en familierecht.

Al met al dient bij de uitleg van contractsbepalingen niet slechts naar de letter van de overeenkomst te worden gekeken. Dit leidt in de regel tot interessante juridische discussies.

Voor meer informatie:
Wilt u meer weten? Neem dan gerust contact op.

Annefleur Bastin
bastin@vanzeijlbijlaartsen.nl
T: 0341-420606