Herhaald gebruik BOPA

13 september 2024

Op 21 augustus 2024 heeft de rechtbank Midden-Nederland een interessante uitspraak gedaan over de verlening van een omgevingsvergunning voor het organiseren van een introductieweek van de Hogeschool Utrecht.

Waar ging het over?
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht (het “College”) heeft op 20 augustus 2024 een tijdelijke omgevingsvergunning voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit (“BOPA”) verleend. Met de omgevingsvergunning voor een BOPA kan worden afgeweken van de regels uit het omgevingsplan. De vergunning is verleend voor het evenement ‘Introductieweek Instituut Engineering & Design, Hogeschool Utrecht 2024’ in Park Transwijk. Verzoekers waren het met de vergunning oneens en hebben de rechtbank verzocht om een voorlopige voorziening te treffen om het evenement geen doorgang te laten vinden.

Verzoekers voerden meerdere argumenten aan tegen het besluit om de vergunning te verlenen. Interessant is met name het argument dat de aan het College toekomende bevoegdheid om bij vergunning tijdelijk af te wijken van het omgevingsplan niet bedoeld zou zijn om regelmatig af te wijken van het omgevingsplan. Daarvoor zou – zo begrijp ik het argument – een permanente vergunning of een wijziging van het omgevingsplan noodzakelijk zijn.

De voorzieningenrechter wijst de gevraagde voorziening af. Hij overweegt daartoe dat de Omgevingswet niet in de weg staat aan het herhaald verlenen van een omgevingsvergunning voor een BOPA op dezelfde locatie. De Omgevingswet maakt het – aldus de voorzieningenrechter – uitdrukkelijk mogelijk om ook voor tijdelijke afwijkingen van een omgevingsplan een vergunning te verlenen. Er is geen beperking gesteld aan het aantal keren dat hiervan gebruik kan worden gemaakt. Wel dient elke keer een belangenafweging te worden gemaakt, waarbij ook moet worden meegewogen hoe vaak op een locatie een evenement wordt georganiseerd. Naarmate er vaker evenementen op dezelfde locatie plaatsvinden, moeten volgens de voorzieningenrechter hogere eisen worden gesteld aan de belangenafweging om die evenementen met een afzonderlijke omgevingsvergunning toe te staan. De belangenafweging die het College aan het besluit om de vergunning te verlenen ten grondslag heeft gelegd doorstaat de toets van de voorzieningenrechter.

Relevantie voor de praktijk
Het argument van verzoekers dat een vergunning voor een BOPA niet steeds opnieuw zou mogen worden ingezet is interessant, omdat het (indirect) de vraag opwerpt wanneer regels in het omgevingsplan moeten worden aangepast aan een veranderde feitelijke of juridische situatie. Een algemene actualiseringsplicht van het omgevingsplan ontbreekt namelijk onder de Omgevingswet. In theorie kan daarom door middel van opvolgende tijdelijke vergunningen voor een BOPA de situatie ontstaan dat het omgevingsplan niet in overeenstemming is met de feitelijke werkelijkheid, zonder dat op het bevoegd gezag de plicht rust om het omgevingsplan te actualiseren. Het omgevingsplan geeft in dat geval maar in beperkte mate duidelijkheid over hetgeen wel of niet ter plaatse is toegestaan. Uit het oogpunt van rechtszekerheid is dit onwenselijk.

De vraag of, en zo ja, wanneer gebruik zou moeten worden gemaakt van een vergunning voor een voortdurende BOPA is relevant, omdat onder de Omgevingswet ten aanzien die vergunning wél een actualiseringsplicht bestaat: het omgevingsplan moet in ieder geval binnen vijf jaar na het onherroepelijk worden van een omgevingsvergunning voor een voortdurendebuitenplanse omgevingsplanactiviteit in overeenstemming worden gebracht met die vergunning.[1] Deze specifieke actualiseringsplicht gaat echter pas gelden vanaf 1 januari 2032.[2]

Slot
De uitspraak roept een vraag op die zij maar in beperkte mate beantwoordt. De overweging van de voorzieningenrechter dat hogere eisen moeten worden gesteld aan het verlenen van een tijdelijke vergunning voor een BOPA naarmate een dergelijke activiteit vaker op dezelfde locatie wordt vergund, biedt immers geen antwoord op de vraag wat die eisen concreet inhouden en of die hogere eisen ertoe kunnen leiden dat er tóch een grens zit aan het tijdelijk vergunnen van BOPA’s.

Voor meer informatie:
Dennis Cremer
cremer@vanzeijlbijlaartsen.nl
T: 0341-420606


[1] Artikel 4.17 Omgevingswet.

[2] Artikel 22.5 lid 2 Omgevingswet.