Hoge Raad: proceskostenbeding oneerlijk

24 juli 2025

Eerder schreef ik dit artikel over de invloed van de Richtlijn Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (de “Richtlijn”) op de modelcontracten van de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ). Op 4 juli 2025 heeft de Hoge Raad een nieuwe loot aan de stam toegevoegd, ditmaal over een proceskostenbeding.

Proceskostenbeding
De algemene bepalingen bij de oudere ROZ-modellen bevatten een proceskostenbeding. Dat beding bepaalt (kort gezegd) dat alle gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten die een verhuurder maakt, in geval een huurder tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst, voor rekening van de huurder zijn.

De Hoge Raad maakt hier korte metten mee. Het beding is onredelijk bezwarend en oneerlijk in de zin van de Richtlijn en moet dus buiten toepassing worden gelaten. De vraag die vervolgens opkomt is of in dat geval nog wel kan worden teruggevallen op de wettelijke regeling van de proceskostenvergoeding.

Uit Europese rechtspraak kan namelijk worden afgeleid dat, wanneer een beding vanwege het oneerlijke karakter buiten beschouwing moet worden gelaten, niet kan worden teruggevallen op de wet. De gedachte daarachter is dat het gebruik van oneerlijke bedingen moet worden uitgebannen en dat de afschrikkende werking van de Richtlijn verloren gaat wanneer de verhuurder alsnog kan terugvallen op de wet.

Omdat Europese rechtspraak op dit punt niet helemaal duidelijk is, stelt de Hoge Raad hierover een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie: kan een huurder, die in een procedure in het ongelijk wordt gesteld, alsnog worden veroordeeld in de proceskosten wanneer de huurovereenkomst een oneerlijk proceskostenbeding bevat dat door de rechter als oneerlijk is aangemerkt?

Het antwoord zal nog even op zich laten wachten, maar zodra dit bekend is laten wij dit uiteraard weten.

Slotsom
Al met al worden verhuurders van woonruimte steeds meer geconfronteerd met een strenger wordende rechterlijke toetsing.

Naast de verplichting om voorafgaand aan een procedure bij de gemeente betalingsachterstanden van de huurder te melden (Besluit Gemeentelijke Schuldhulpverlening), de ambtshalve toetsing van huurprijswijzigingsbedingen (indexering en inflatie) en de belangen van minderjarige kinderen bij een gevorderde ontruiming in relatie tot het IVRK (Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind), wordt verhuurders nu mogelijk ook een proceskostenvergoeding ontzegd. Dat voelt wat wrang, omdat een verhuurder eerst pas naar de rechter stapt als een huurder niet aan zijn betalingsverplichtingen voldoet.

Voor meer informatie:
Wilt u meer weten of heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust contact op.

Erik Kuper
kuper@vzba.nl
0341-420606