Verlies van arbeidsvermogen ondernemers (DGA): Hoe om te gaan met voorschotten op de (letsel)schadevergoeding?

6 december 2017

Indien een ondernemer na een ongeval gedurende een bepaalde periode niet meer in staat is om zijn werkzaamheden te verrichten, is in de regel sprake van schade in de vorm van verlies van arbeidsvermogen. Het is de ondernemer (DGA) die hiervoor een persoonlijke vordering heeft op de aansprakelijke partij en niet zijn onderneming (bijvoorbeeld de B.V.). Zaak is gedurende het schaderegelingstraject hiermee rekening te houden en de geldstromen in overleg met de accountant op de juiste wijze in de boekhouding te verwerken.

Vanwege het wegvallen van arbeidsvermogen van de ondernemer is het aannemelijk dat er een tekort aan liquiditeit in de vennootschap ontstaat. Goed gebruik is dat de verzekeraar van de aansprakelijke partij gedurende het traject van het regelen van de schade aan het slachtoffer voorschotten op deze schade vergoedt om deze liquiditeitsproblemen te voorkomen.

Een snel gemaakte fout is deze voorschotten te verrekenen met de personeelskosten van de onderneming. Dit werkt enkel een verhoging van de schade in de hand.

Indien de voorschotten op deze wijze deel gaan uitmaken van de belaste winst dient hierover vennootschapsbelasting en later inkomstenbelasting te worden voldaan. Daartegenover staat dat een rechtstreekse betaling aan het slachtoffer buiten de onderneming om onbelast is.

Beter is het dan ook voorschotten buiten de boekhouding van de onderneming te houden. Om toch de gewenste liquiditeit in de onderneming te creëren kunnen de voorschotten al dan niet deels via de rekening-courantverhouding door de ondernemer aan de onderneming ter beschikking worden gesteld.

Voor meer informatie:
Shanna van der Linden
vanderlinden@vzba.nl
T: 0341-420606